De raadsvergadering van donderdag 11 november 1999 stond geheel in het kader van de jaarlijkse Algemene Beschouwingen. GroenLinks-raadslid Rian Remie verwoordde het groenlinkse commentaar op het door het college uitgestippelde beleid voor het komende jaar.
Het college koerste in de kadernota al aan op voortzetting en uitvoering van voorgenomen beleid. Ook in de stadsvisie zagen wij dat terug.
Allereerst wil de GroenLinks fractie een pleidooi houden voor consolidatie van een aantal voorzieningen zoals het openbaar vervoer, schoolzwemmen en leerlingenvervoer. In de afgelopen tijd zijn wel maatregelen genomen voor het schoolzwemmen en het leerlingenvervoer, maar die gelden slechts voor de periode van één jaar. Wij hadden liever structurele maatregelen gezien. Ook pleiten wij opnieuw voor het op peil houden van het openbaar vervoer. Wij vinden het schrappen in de dienstregeling onaanvaardbaar.
Onze fractie zou verder graag een moment van bezinning zien met betrekking tot de groei van de stad. M�t Breda wel zo groot worden ? De GroenLinks fractie denkt van niet. Wij denken dat de Bredanaars helemaal niet zitten te wachten op een schaalsprong, met alle grootstedelijke problemen van dien.
De fractie GroenLinks zou het college graag eens meenemen naar een aantal zaken:
Bijvoorbeeld: De kloof tussen de inwoners van Breda en haar bestuur Die kloof is in de afgelopen tijd alleen maar groter geworden. Ik noem een voorbeeld: de totstandkoming van de stadsvisie. Het leek zo mooi: het koffertje zag er ook mooi uit... Maar dat was het dan. Daadwerkelijke interactieve beleidsvorming houdt in dat het product van de inspraak ook met de bevolking wordt besproken. Maar dat gebeurt hier niet. Dan is het toch logisch dat de burgers afhaken ?
Over een initiatief van onze fractie om de politiek bij de burgers te brengen in de vorm van wijkcommissies willen de collegepartijen PvdA, CDA en VVD niet eens praten.
Het commissie-voorzitterschap is door het college voortgezet met weer een experiment van een jaar. De bal ligt nu bij de raadsleden. Wij roepen de raadsleden -ook die van de collegepartijen- op om die bal ook werkelijk te spelen en zelf met voorstellen en ideeën te komen.
Het districtsgewijs werken krijgt langzaam maar zeker enige vorm. GroenLinks pleit voor het verder uitbouwen van deze werkwijze: inzet van meer energie maar ook districtsgewijze opdeling in het centrale gemeentelijke apparaat. Vaak lopen de initiatieven waarmee districtsmanagers naar het stadskantoor komen d�r stuk. Wij pleiten voor verdergaande bevoegdheden in de districten, delegatie van budgetten � het districtsgewijs organiseren van de centrale diensten zoals dat bij de dienst SAW al vorm heeft gekregen.
en het Milieu
Als eerste de verkeersproblematiek. Het college sluit de ogen en koerst ons inziens aan op een onleefbare situatie in de stad. Ieder initiatief om de automobiliteit terug te dringen wordt afgewezen. Zelfs één autovrije zondag per jaar kan niet in Breda. Maar... het is nog niet te laat om het roer om te gooien en ehte ambitie te tonen. Als straks ongeveer de helft van Breda op de schop gaat, zouden we een begin kunnen maken met een integrale aanpak van de verkeersproblemen. Wij verwachten van het college begin volgend jaar een echt ambitieus verkeersplan. Daarin zouden naar de mening van de GroenLinks fractie een aantal zaken moeten voorkomen zoals:
- Het 'verleiden' van automobilisten eens met het openbaar vervoer of de fiets naar het centrum te komen. Wij stellen voor om gedurende een jaar een park en pendelproef te doen met gratis of zeer aantrekkelijk geprijsd openbaar vervoer op meerdere plekken aan de rand van de stad.
- De binnensingels autovrij maken ten gunste van de fietser.
- Wat ons betreft is het ook nog niet te laat voor de Hoge Fietslijn. Dat is pas ambitieus!
- Een treinverbinding Breda-Utrecht... die kon u zien aankomen...
De steun daarvoor kwam uit onverwachte hoek. Dezelfde partij die onze motie over een spoorverbinding Breda-Utrecht in deze raad ridiculiseerde, deed in de Tweede Kamer daarover een voorstel. En nu wil het college plots wel in de richting van de minister laten weten dat Breda groot belang hecht aan die spoorverbinding. "Roepen, duwen, argumenteren, zo vaak mogelijk" zei mevrouw Van Beusekom in De Stem van 2 november jongstleden. Maar hoe zit dat met de andere partijen die tegen onze motie hebben gestemd. En het college, die de motie heeft afgeraden ?
Vervoer over water gebeurt in Breda en omgeving nog niet, afgezien van het fietspontje naar Terheijden. Misschien zouden we de Oosterhoutseweg ook wel kunnen ontlasten door het Markkanaal te gebruiken. Dat idee heeft onze fractie al meerdere malen naar voren gebracht, maar is tot op heden door het college dood gezwegen. Op verschillende plaatsen in ons land zijn al voorbeelden te zien. Onlangs nog is de ferry tussen Rotterdam en Dordrecht in gebruik genomen. Wij vinden dat het college een onderzoek moet instellen naar de mogelijkheden van vervoer over water op het traject Breda-Oosterhout.
GroenLinks zou verder graag zien dat er extra aandacht komt voor het zogenaamd biologisch boeren in en rond Breda. Met name in de landgoederenzone van de Haagse Beemden, waar geen grote landbouwmachines kunnen komen, zou kleinschalige biologische landbouw en extensieve veehouderij een oplossing kunnen zijn voor de boeren aldaar. De gemeente zou daarvoor een katalysator kunnen zijn door een gericht uitgiftebeleid van gronden en subsidiering.
Volkshuisvesting
Op het gebied van volkshuisvesting willen wij een waarschuwing laten horen. Het heeft er alle schijn van dat het 1/3 principe wordt losgelaten onder druk van de markt. Maar wij willen dat er ook voor arme mensen in Breda voldoende en kwalitatieve huisvesting blijft. Wij pleiten daarom voor handhaving van dat principe of zelfs meer dan 1/3 sociale woningbouw, ook met het oog op de sloop van veel bestaande woningen in dat segment. De behoefte aan sociale woningbouw staat vast. Daarnaast willen wij een pleidooi houden voor behoud van het buitengebied en niet toe te geven aan de vragen uit de markt naar grote kavels met dure woningen. Breda zit volgens onze fractie niet te wachten op de rijke mensen uit de Randstad die op de hei willen wonen.
De lastenverlichting
Wij zijn geen voorstander van lastenverlichting over de hele breedte. De sterkste schouders hebben dat ook helemaal niet nodig ! Liever zouden wij zien dat de lastenverlichting naar de arme inwoners van Breda gaat. Bovendien is Breda geen topstad te noemen waar het lasten betreft. Dus daar zit nog wel wat ruimte.
De tweedeling
Die is in Breda de afgelopen jaren toegenomen ondanks het gevoerde armoedebeleid. De tekst van de stadsvisie laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Breda is een stad met het hoogste gemiddeld inkomen van de G25 maar tegelijkertijd is het armoedeniveau op Arnhem en Groningen na, het ongunstigst. De 'zorg' voor de allerarmsten richt zich voornamelijk op het toeleiden naar de arbeidsmarkt. Maar op de arbeidsmarkt zijn ouderen en vrouwen met kinderen -en daar gaat het hier vooral om- vrijwel kansloos. Zij hebben dus niet zo veel aan al die toeleidingsinstrumenten. De economische groei die de stad heeft doorgemaakt is aan deze mensen bijna geheel voorbij gegaan. Het is naar de mening van de GroenLinks fractie dan ook niet zinvol om uitsluitend door te gaan op de weg van economische groei. Het staat immers al vast dat daarmee niet iedereen geholpen is. Deze zienswijze wordt ook inmiddels ook onderschreven door de voorzitter van het CDA en bevestigd in onderzoeken. Onze fractie zal in de commissie SAW nog het een en ander voorstellen op het gebied van armoedebeleid. Eén voorstel willen wij vandaag al lanceren. Het gaat over de kinderen van mensen met een minimum inkomen. Veel van deze mensen bevinden zich in een achterstand situatie. En met hen hun kinderen. Met het inlopen van die achterstand kan niet vroeg genoeg worden begonnen. De peuterspeelzaal kan daarin een rol vervullen. Er kan bijzondere bijstand voor de ouderbijdrage worden verstrekt. Maar daarvoor moeten aanvragen worden ingediend. Dat kan veel simpeler. Als de peuterspeelzaal heeft vastgesteld dat de ouders van een kind een minimum inkomen hebben, wordt geen ouderbijdrage in rekening gebracht. Voor het gederfde bedrag kan de peuterspeelzaal de rekening indienen bij de sociale dienst.
Wij willen wel een compliment uitdelen aan het college waar zij gekozen heeft voor een eigen aanpak waar het de armoedeval betreft. Een prima aanpak ! (die wij zagen in het beleidsplan abw 2000).
Het Onderwijs
Wij pleiten voor inzet van meer gemeentelijke middelen voor de aanpak van achterstanden in het onderwijs. Eén voorbeeld: Kinderen van allochtone ouders komen het basisonderwijs binnen met een taalachterstand. Ieder weldenkend mens kan nagaan dat dat zijn weerslag heeft op de leerprestaties van deze kinderen. Het wordt tijd om op te houden met studies, onderzoeken en vergaderingen en aan de slag te gaan met dit overduidelijke probleem. Aan de ambities van allochtone ouders ligt het niet: zij willen graag dat hun kinderen het goed doen en doorstromen naar hoger onderwijs. Zij hebben echter zelf vaak niet de mogelijkheden om hun kinderen daarin te helpen vanwege hun eigen taalachterstand of lage opleiding. Wij vinden het een goed idee om hoger opgeleide allochtonen in te schakelen om als mentoren op te treden voor allochtone kinderen. Wij stellen dan ook voor om van dit idee een project in het kader van het grote steden beleid te maken.
Allochtonen zijn ook nauwelijks vertegenwoordigd in wijk- en dorpsraden. Wij vinden dat -ook in het kader van het grote steden beleid- zwaar moet worden ingezet op participatie van allochtonen en minderheden.
Dat brengt ons ook bij het diversiteitsbeleid in het eigen ambtelijk apparaat. Wij stellen -weer- voor om te werken met streefcijfers voor wat betreft het in dienst nemen en laten doorstromen van mensen uit de bevolkingsgroepen die nu ondervertegenwoordigd zijn: vrouwen, allochtonen, gehandicapten. Directeuren zouden moeten worden beoordeeld -en beloond- op wat zij met diversiteitsbeleid hebben bereikt in hun dienst.
Stadsbeheer
Daarover bereiken ons steeds opnieuw klachten. De bewoners van Breda klagen steen en been over ongewenst groen, illegaal gestort huisvuil en rotzooi bij de cocons. Volgens velen geeft het de straten en pleinen van onze stad een verloederde aanblik. De dienst stadsbeheer zou op die klachten alerter kunnen reageren. Hoewel GroenLinks niet zo'n bezwaar heeft tegen groen tussen de tegels, vinden wij wel dat het gemeentebestuur deze signalen uit de bevolking serieus moet nemen en wegen moet verzinnen om aan de bezwaren van de mensen tegemoet te komen. Bestrijding van ongewenst groen mag echter nooit met gif plaatsvinden. Wat ons betreft zou extra ingezet moeten worden op onderhoud van straten met mechanische middelen. Dat betekent ook extra werkgelegenheid en zo snijdt het mes aan twee kanten.
Op het gebied van afvalstoffen hebben wij helaas ook niet veel nieuws gezien. Wij zijn benieuwd naar de uitkomsten van de onderzoeken naar tariefdifferentiatie en wachten de praktijkproeven daarmee even af.
Wij vragen wel extra aandacht voor afvalpreventie. Het geven van voorlichting over voorkoming van afval vinden wij een taak die de gemeente laat liggen. Wellicht kunnen ook initiatieven genomen worden in de richting van de afvalproducenten. Wij geven het college in overweging convenant te sluiten met winkeliers. En concrete maatregelen te nemen tegen ondernemingen die ongebreideld reclamemateriaal verspreiden in de binnenstad. Het ongevraagd uitdelen daarvan leidt maar al te vaak tot een grote rotzooi. Wij verwachten van het college op korte termijn hierover een ambitieus plan van aanpak.
Tot slot nog één vraag en één compliment.
De vraag betreft het project Mooi zo Goed zo. Een project met klinkende resultaten. Het is nog steeds niet duidelijk of het project in 2000 zal worden voortgezet. Los van de uitkomst van de discussie in de commissie, dringen wij erop aan dat er voor het jaar 2000 over dit project op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid komt.
Het compliment betreft de subsidiering van het poppentheater Muzipo. Daar zijn wij blij mee. Breda heeft daarmee -naast een dansgezelschap- ook een poppentheater binnen haar grenzen.