In het najaar wordt in een bijzondere raadsvergadering de gemeentelijke begroting besproken. De gemeenteraad stelt de begroting vast, waarin de plannen en ambities van de in het voorjaar vastgestelde Kadernota financiëel worden vertaald. Sinds vorig jaar wordt de eerste termijn van deze vergadering schriftelijk behandeld. De bijdrage van GroenLinks is hieronder te lezen. De tweede termijn volgt mondeling op dinsdag 8 november 2001, om 19.30 uur in de raadszaal op het Stadhuis aan de Grote Markt (ingang Stadserf) in Breda.

door Wim Schröder

De laatste begroting van deze regeerperiode is in zekere zin een formaliteit. Er worden een aantal bestuurlijke kaders uitgezet, maar dat gebeurt in de wetenschap dat de nieuwe raad het vanaf 6 maart allemaal heel anders kan gaan doen. Zo'n laatste begroting is een moment om terug te blikken, maar tegelijk om vooruit te kijken.

De huidige bestuursperiode kan het best worden gekenmerkt als een collectieve wanprestatie. Op het niveau van raad en commissies gebeurt er gewoon helemaal niks. Dat wordt vooral veroorzaakt door het feit dat het merendeel van de leden van deze raad als hoogst bereikbare ideaal zien om het college door dik en dun te steunen, om vervolgens in eigen kring te pochen hoeveel invloed er achter de schermen toch wordt uitgeoefend. GroenLinks verwerpt deze gang van zaken. Het bestuur van de stad speelt zich principieel in volstrekte openbaarheid af, althans zo zou het moeten zijn. Wanneer de raad al de pretentie heeft dat burgers en politiek iets met elkaar te maken hebben, dan moet aan die burger ook iets geboden worden. Op z'n minst mag worden verwacht dat de burger geprikkeld wordt, en dat duidelijk is dat er ook in Breda iets te kiezen is.

In dat opzicht komt de Bredase burger er ontzettend slecht van af. De weinigen die al de moeite nemen om een avond naar het Stadserf te komen worden vooral gefêteerd op een avondje stemverklaringen!! De voorzitter van de raad geeft er met grote regelmaat blijk van dat hij de raadsvergaderingen een oninteressante en tamelijk nutteloze sessie vindt. Toegegeven, de raad is het hoogste bestuursorgaan, maar moeten we daar nu elke maand meer dan 2 uur aan besteden? Wanneer de commissie Elzinga in een doorwrochte analyse tot de conclusie komt dat de belangrijkste besluiten eigenlijk door college en ambtelijke staf worden genomen, staan de Bredase CDA, VVD en PvdA op hun achterste benen. D66 niet, dat weet al dat zij geen enkele constructieve bijdrage aan het bestuur van de stad levert!

CDA en de VVD weten natuurlijk wel dat zij als raadsfracties geen inbreng hebben, maar die fracties nemen daar genoegen mee. De taak van de raadsfractie is zo goed mogelijk ondersteunen van het college en vooral van de eigen wethouders. De fractie is als het ware de legitimatie van het beleid van het college. De fractie vertaalt de besluitvorming van het college naar de kiezers. Het is logisch dat vooral CDA en VVD het minst zitten te wachten op de aanstaande bestuurlijke vernieuwing. Na 6 maart 2002 moeten die partijen immers zelf gaan zeggen wat zij vinden, en dat zijn ze niet gewend. Nu het besluit over de bestuurlijke vernieuwing in de Tweede Kamer is genomen, spannen CDA en VVD zich in om dan maar zo min mogelijk Elzinga in Breda in te voeren.

Anders ligt dat voor de PvdA. Haarhuis en de zijnen hebben oprecht het idee dat zij, als raadsleden, belangrijk en nuttig werk doen voor de stad. Die betrokkenheid blijkt vooral uit het stellen van vragen, veel vragen. Bij schriftelijke vragen gaat dat ongeveer als volgt.

"Geacht college,

De PvdA fractie is ter ore gekomen dat er problemen dreigen bij de intocht van Sint Nicolaas in onze mooie stad. De mijter zou te hoog zijn, en de Gasfabriekbrug te laag. Natuurlijk hebben wij er het volste vertrouwen dat het college de zaak volledig onder controle heeft en dat u alles, maar dan ook echt alles, in het werk stelt om de Goedheiligman dit jaar wederom een warm onthaal te bieden.
Wij bieden op voorhand onze oprechte verontschuldigingen aan wanneer u enige twijfel in onze vraag hoort doorklinken, want daar is nadrukkelijk geen sprake van.
Om elke twijfel op voorhand weg te nemen hebben wij het door ons verwachte en gewenste antwoord alvast in concept geformuleerd.

Vraag:
Kunnen de Bredase kindertjes gerust gaan slapen?

Concept antwoord:
Ja, PvdA fractie, de Bredase kindertjes kunnen gerust gaan slapen".

Dit lijkt een karikatuur, maar analytisch is dit het niveau waarop de PvdA fractie zich met de stadspolitiek bezig houdt. Haarhuis maakt zich altijd oprecht bezorgd over zaken die in de stad spelen. Of het nu over verkeer gaat of woningbouw, over sociaal beleid of onderwijs, er is geen onderwerp te bedenken of Haarhuis laat zich graag gerust stellen. De kritische vragen moeten maskeren dat de PvdA vooral betrouwbaar wil zijn voor de VVD en het CDA. Geen partij die zich zo schaamteloos prostitueert als de PvdA, met altijd weer die onderliggende vraag die maar niet gesteld wordt: "deed ik het zo goed?"

Breda 97 is ook zo'n partij die er een taak van heeft gemaakt om kritisch te zijn zonder afgewezen te willen worden. De kritiek ziet echter louter op zaken die de voormalige kerkdorpen aangaan. Over de volle breedte van het beleid is Breda 97 een trouwe volgeling van het stadskantoor. Misschien speelt hier de ijdele hoop dat er in de toekomst nog een wethouderszetel voor hen is weggelegd.

Feitelijk is de rol van PvdA en Breda 97 in de Bredase politiek meelijwekkend. Ze mogen alleen maar aanschurken tegen de arrogante machtspolitiek van CDA en VVD terwijl ze er zo graag echt bij willen horen. De komst van de bestuurlijke vernieuwing ontmaskert de lokale politiek. Immers zal genadeloos worden blootgelegd dat de rol van de coalitiepartijen zich heeft beperkt tot klakkeloos volgen van het college, zonder eigen invulling, zonder eigen identiteit, zonder kritische zelfanalyse.

De bespreking tussen de raad en de visitatiecommissie in het kader van het Grote Steden Beleid liet datzelfde probleem zien. Ondanks de oproep van de voorzitter om een open dialoog, met een kritische zelfreflectie, meenden de coalitiepartijen toch vooral verdedigend op te moeten treden. Toen het vervolgens ging over de rol van de raad bij o.a. de herstructurering van de Heuvel werd het akelig stil, hetgeen de Brabantse gedeputeerde ertoe verleidde om op te merken dat de raad zelf eisen moest in plaats van zich te beperken tot het vertrouwen in de projectleider.

Op geen enkele wijze blijkt uit de besluitvorming in deze raad hoe de mening van de Bredase bevolking doorklinkt in het beleid. De gedachte dat alles wat vanuit het stadskantoor komt zo goed is dat de geluiden uit de inspraak daar alleen maar afbreuk aan kunnen doen, wil er bij GroenLinks niet in. De wijk- en dorpsraden voelen dat haarfijn aan. Zij merken dagelijks dat je uitsluitend kunt praten tegen dit college, maar niet met. En wanneer het gemor vanuit de districten te heftig wordt gooit het college er maar een onderzoek tegenaan, waarvan de uitkomst op z'n vroegst na de verkiezingen te verwachten is.

Onderzoek is het bestuurlijk middel van deze coalitie om het eigen falen te verbergen. Onderzoek wordt gebruikt als middel om dingen niet te hoeven weten. Zolang je de dingen onderzoekt kan niemand je het verwijt maken dat je het verkeerd doet. De camera's langs de Oosterhoutseweg staan er niet om een oplossing voor de verkeers-problematiek te bereiken, maar slechts om te verbergen dat er geen oplossing is. De bouw van woningen gaat echter gewoon door; niet op basis van het beloofde bestemmingsplan maar op basis van artikel 19-procedure's die speciaal zijn uitgevonden om kritiek buiten de deur te houden. De evaluatie van het Horecaconvenant mag uitsluitend bevestigen dat cameratoezicht in het uitgaansgebied effectvol is. Een breed onderzoek waarmee ook andere aspecten van het convenant worden onderzocht stuit bij de coalitie op bezwaren: stel je geeft extra geld uit en er komen allerlei zaken aan het licht die je helemaal niet wilt weten...!
Volkshuisvesting is ook zo'n aardig thema waar veel onderzoekers al veel geld aan hebben verdiend. Wij geven toe dat ook GroenLinks niet altijd de wijsheid in pacht heeft. Maar wij hebben er moeite mee wanneer al die onderzoeken tot de conclusie leiden dat het beleid "op maat" moet zijn. Daarmee laat je na om een oordeel uit te spreken over het achterwege blijven van "goedkope" bouw in de afgelopen jaren. Bovendien wordt nagelaten om duidelijke criteria te formuleren voor toekomstige bouwprojecten.

Regeren is vooruitzien luidt het adagium. In Breda gaat dat niet op. Breda wordt bestuurd door zijn eigen verleden. De begroting 2002 is de rechtstreekse vertaling van de Kadernota. Die Kadernota vloeit weer rechtstreeks voort uit de Stadsvisie. Er liggen afspraken in het kader van het GSB en niet te vergeten het Programakkoord. En het Programakkoord beoogt om nu eens g�n beleid te maken maar vooral uitvoerend bezig te zijn met de besluiten uit het verleden.Het is een beproefde manier waarmee de coalitie voorkomt dat ze zich met lastige politieke vragen moet bezig houden. Alles is in het verleden al besloten, en die discussie gaan we niet nog eens over doen.
Burgemeester Rutten schetste onlangs zijn stadsvisie vanaf de top van de Eurotoren. De Randstad begint bij Breda. Het silhouet van Breda moet bij Antwerpen al zo'n beetje te zien zijn. Is er ooit aan de Bredase burger gevraagd hoe zij dat zien? Willen wij die expanderende stad zijn, gericht op groei en ambitie? Of moeten wij pas op de plaats maken en eens gaan nadenken over de grenzen aan de groei, investeren in de kwaliteit van de bestaande stad en zijn inwoners?
Een tweetal zaken zullen in de komende raadsperiode een grote rol gaan spelen, de OostWestflank en het Stationsgebied. De nieuwe raad moet datgene gaan doen wat de huidige raad laat liggen, namelijk randvoorwaarden stellen, en de grenzen aangeven.
In de stationsomgeving en Belcrum is door TNO onderzocht wat de mogelijke gevolgen zullen zijn voor die buurten. De leefomgeving zou in beide buurten ernstig worden aangetast, maar de huizen worden meer waard!!
Wanneer wil deze raad beslissen of het wel wenselijk is om 5000 parkeerplaatsen in de stationsomgeving te plannen. Wanneer de GroenLinks fractie het nu vraagt is dat te vroeg, en tegen de tijd van de definitieve projectdefinitie zal het waarschijnlijk al beslist zijn.

Integraal is ook zo'n dooddoener. Terecht mocht dat begrip van de visitatiecommissie niet gebruikt worden. Integraal betekent dat er in de commissie AZ niet gesproken mag worden over de privacyaspecten van camera's aan de Oosterhoutseweg. Park & Pendel is weer geen item voor RO want daar gaat Janus over. Heerkens wil zich vervolgens niet bemoeien met Westerzicht (brede school hoort thuis bij de Werd). Kortom, integraal beleid betekent dat niemand zich met heikele kwesties bemoeit.

Bij cultuur zijn alle ogen nu gericht op het grafisch museum. Dit stokpaardje van oud wethouder Gielen mag zich verheugen in de belangstelling van staatssecretaris Van der Ploeg en daar past kennelijk een zekere terughoudendheid als het gaat om de zaak kritisch te beoordelen. Hier wordt weer de tactiek van de lange baan toegepast. Besluitvorming over het museum is nog niet aan de orde; dat komt pas later. Dat geeft de coalitiepartijen en Breda 97 de gelegenheid om net te doen alsof men daar nog een financieel voorbehoud maakt, maar straks zal blijken dat die kwestie al bij de Kadernota 2002 afgekaart is. Dat blijkt natuurlijk pas na de verkiezingen van 2002. Tot dat moment zal iedere politieke partij graag zijn zorgen uit willen spreken over de terugloop bij cultuurparticipatie, en de wachtlijsten bij de Nieuwe Veste. Tot maart 2002 zal men stug volhouden dat het grafisch museum niets met het cultuurbudget te maken heeft. Daarna ligt dat waarschijnlijk anders.

Cultuur is meer. Maar hoeveel meer weten we niet. De Stilte kreeg niet de aandacht van Rick van der Ploeg die het verdiende. Maar de fl. 45.000,- die het gezelschap komend jaar denkt extra nodig te hebben komen niet van Breda. Dat zelfde lot treft Theater op Locatie, alom gerespecteerd tot het om geld gaat. Breda trekt fl. 200.000,- uit voor de organisatie van het jubileumjaar Breda 750. De consequentie dat Breda ook zal moeten investeren in de kwaliteit van het eigen cultuuraanbod wordt echter in deze begroting niet getrokken.

Breda ontwikkelt zich tot een grote stad, en daar kiest dit college voor. In de stadsvisie wordt daarnaast gekozen voor stijging van het aantal inwoners met midden- en hogere inkomens. Breda als het Haagje van het Zuiden. Breda realiseert zich onvoldoende dat het GroteStad-zijn ook grotesteden-problematiek met zich mee brengt. Jongerenopvang en verslavingszorg zijn onderwerp die nadrukkelijker aandacht behoeven. In de verslavingszorg is sterk behoefte aan een gebruikersruimte.

Begroten is keuzes maken. GroenLinks wil die keuzes maken. De keuzes die wij willen maken zijn ambitieus, niet minder ambitieus dan die van het college. Onze keuzes gaan over leefbaarheid, over zorg, over milieu. De keuzes die GroenLinks voor volgend jaar wil maken gaan uit van een visienoem het maar een Stadsvisie. In onze visie hoeven we niet naar de horizon te kijken of de zon daar feller schijnt. Onze visie blijft dicht bij huis. Kijk naar Breda, kijk naar de Bredanaars en kijk waar de behoeftes liggen.

De Begroting 2002 is niet onze begroting.

Wim Schröder is fractievoorzitter van GroenLinks in de Bredase gemeenteraad.

Lees via deze link de Concernbegroting 2002 »