In het najaar wordt in een bijzondere raadsvergadering de gemeentelijke begroting besproken. De bijdrage van GroenLinks is hieronder te lezen. De behandeling vond plaats op donderdag 2 november 2006.
Voorzitter, collega’s. Toen GroenLinks de uitdaging van bestuursverantwoordelijkheid aanging, deden we dat met vertrouwen, maar ook met een gezonde twijfel. We wisten dat de financiële positie, in ieder geval met wat we toen wisten, er niet zo heel rooskleurig uitzag als je die vergeleek met de periode daarvoor, en dat betekent dus ook dat je in de stad niet alle noden en wensen kunt inwilligen. Daarin zat ook meteen de uitdaging, want in een tijd van financiële voorspoed is het makkelijk. Je geeft iedereen een beetje en iedereen is gelukkig. In krappe tijden moet je keuzes maken. Dat is moeilijk, omdat het soms pijnlijke keuzes zijn, maar het is ook een uitdaging, omdat dat het moment is waarin je je politieke prioriteiten helder voor de geest moet hebben.
Dat vertrouwen is niet beschaamd. Er ligt een begroting waarover we tevreden kunnen zijn. We hebben het inkomensbeleid onverkort overeind gehouden en we zijn voorzichtig genoeg geweest om eventuele tegenvallers op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning op te vangen. Er zijn gelden vrijgemaakt om te investeren in sociale cohesie in buurten en wijken, voor een veiligere prettige buurt om in te wonen, voor het tegengaan van sociale uitsluiting en isolement. Investeren in een toekomst voor mensen, ook dat is economisch beleid, al denken onze liberale vrienden daar misschien anders over. We zijn tevreden over het feit dat de cultuurgelden overeind zijn gebleven. Sterker nog, wat in de vorige periode eenmalig geld was, is nu structureel. Daarmee zijn in een periode van zes maanden veel knelpunten opgelost. Nog niet allemaal, mind you, maar dat kon ook niet voor dat bedrag.
Wij weten dat Mezz graag een CKV-medewerker erbij had gehad. Wij weten dat Elektron graag al wat meer perspectieven voor de middellange termijn had gehad en we weten dat De Stilte graag gehoopt had op nog iets meer extra geld – om maar een paar voorbeelden te noemen. GroenLinks weet dat en GroenLinks vergeet dat niet. Tegelijkertijd staat de culturele sector er op belangrijke punten beter voor dan een jaar geleden. Een goede start voor een eerlijk en open cultuurdebat met het veld volgend jaar.
Eén speciale opmerking wil ik vanaf deze plaats maken over De Nieuwe Veste. Te vaak wordt deze instelling als een vanzelfsprekendheid binnen het cultuurlandschap van Breda gezien. Enerzijds is dat goed, want het is ook een vanzelfsprekende instelling die bij Breda hoort, maar ik wil wel expliciet mijn waardering laten blijken in de richting van de medewerkers van De Nieuwe Veste, niet alleen omdat zij in tegenstelling tot andere instellingen altijd binnen hun begroting blijven, maar ook omdat ze de budgetprestatieafspraken nakomen en daarnaast zelf nog initiatieven nemen in de stad, die bijdragen aan een rijker cultureel klimaat. Zonder De Nieuwe Veste was een aantal initiatieven in Breda ondenkbaar geweest. Hier vinden we de vrijwilligers, hier vinden we de knowhow. Hier vinden we de bereidwilligheid om mee te denken en ervaringen te delen. Dat is van onschatbare waarde voor het culturele klimaat in deze stad.
Voorzitter, ook op milieugebied kan deze stad met recht zeggen dat er vooruitgang wordt geboekt. Was het luchtkwaliteitsplan van de vorige wethouder nog slechts een papieren tijger, en ik citeer dat, we hebben er nu een bestuurlijke tijger aan vastgekoppeld. Sommige bewoners in Breda kunnen daarover meepraten. Wij hebben er vertrouwen in dat Breda straks niet meer zichtbaar is op de lijst van de meest vervuilde straten in Nederland. Het is leuk om landelijk hoog te scoren, maar niet op alle vlakken. Er komt een actuele fietsnotitie en het geld voor verkeersmaatregelen is expliciet bedoeld voor langzaam verkeer. Ook de aanpak van black spots, waar we al jaren op hameren, komt binnenkort in de commissie. Dat wil alleen niet zeggen dat we er al zijn. Breda heeft een enorme opgave op het gebied van de reconstructie. Plannen met partners zoals de Provincie en het Waterschap, waar wij aan gehouden zijn en die we moeten maar ook willen uitvoeren, kosten behoorlijk wat geld. De financiering van die plannen is op dit moment nog onduidelijk. Als je de belangrijkste plannen bij elkaar optelt, onder meer de geledingszone Aa-Weerijs, het landschapsbeleidsplan Teteringen en de verbindingszone Oosterhout-Teteringen, die ook wel de flessenhals wordt genoemd, dan gaat het om bedragen die niet zomaar op een reguliere wijze in een begroting zijn mee te nemen. De fractie van GroenLinks is van mening dat de enige goede manier om de financiën hiervan te regelen, is via opcenten vanuit het Grondbedrijf, een zogenaamd groenfonds. Ik wil de wethouder Grondbedrijf vragen of ze deze mogelijkheid goed wil bestuderen en voor de kadernota over een invoering hiervan bij de commissie terug wil komen. Te veel uitstel is onverantwoordelijk, aangezien er nu draagvlak voor is bij de partners en, belangrijker, er ook nu cofinancieringsmogelijkheden bij die andere partijen zijn.
Over de FPU, de riante regeling voor vroegtijdig vertrekkende ambtenaren, heb ik het eergisteren al gehad. Laten we het erop houden dat we het de volgende keer anders moeten doen. Dat was een beetje de mompelende reactie vanaf de collegetafel. Terecht, want voor de reorganisatie bleek er achteraf niet genoeg geld beschikbaar te zijn. Feitelijk is deze betaald door de verschillende diensten en instellingen een beetje te korten. We betalen nu personeel door dat thuis op de bank zit te genieten van een vroegtijdige oude dag. Misschien kijken ze wel naar deze uitzending. Dat gun ik iedereen, maar het is wel wrang voor de achterblijvers op het stadskantoor en bij de instellingen, die met een toegenomen werkdruk en verlies van knowhow opgescheept zitten. Er zal als gevolg daarvan niet ontslagen worden, zo hebben we te horen gekregen, en daar houden we dit college aan.
Tot slot, ik heb het afgelopen dinsdag nog gehad over opensource-software. In mijn ogen zou dat de gemeente aanzienlijke besparingen kunnen opleveren. De wethouder wilde daar toen niet op ingaan, niet omdat hij onbereidwillig was, maar omdat de kwestie te ingewikkeld is om in twee minuten uit de doeken te doen. En inderdaad, soms zie je door de eentjes en de nulletjes het binaire bos niet meer, dus we komen daar voor de kadernotabehandeling graag nog een keer op terug in de commissie met een onderlegger van onze kant uit. Ik zal dan ook de medewerking van de ICT-dienst van de gemeente vragen, als dat duaal genoeg is, zodat het uitgebreider en met elkaar bestudeerd kan worden.