Tijdens de DebatRaad van 24 juni stemde GroenLinks tegen de Jaarstukken 2020. Dat is een uitzonderlijke stap, omdat de jaarstukken in principe een feitelijke weergave zijn van het afgelopen jaar; het gaat er dus niet over of wij het ook eens waren met het gevoerde beleid. Maar het is ook niet voor niets dat de Jaarstukken ter stemming aan ons worden voorgelegd. 

Het college lijkt de Jaarstukken voornamelijk als corvee te zien. Ze gingen voor een ‘6 minnetje’, zoals de wethouders zelf verklaarden. Ze keken daarom niet op van de vele fouten, zowel taalfouten als fouten in indicatoren en het door elkaar halen van plussen en minnen. 

Maar het belangrijkste punt dit jaar was wel dat het op een nette manier uitgeven van geld een probleem blijkt voor het college. Bij uitgaven boven een bepaald bedrag moet iedereen een eerlijke kans krijgen om mee te dingen naar de opdracht (‘europees aanbesteden’). En als dat gelet op de urgentie echt niet kan, moet daarvoor een correcte uitzonderingsprocedure doorlopen worden. In vorige jaren was dit al een belangrijk punt van aandacht, maar het totaalbedrag waarvoor nu ten onrechte niet is aanbesteed, is dramatisch opgelopen. Dit ondanks dat er vanuit de raad de opdracht lag daarin verbetering te brengen met een zogeheten Meerjaren VerbeterPlan. En het meest bizar is, dat de accountant daarom dit jaar zelfs geen goedkeurende verklaring voor de jaarstukken kon afgeven!

Breda is de negende stad van het land, en vraagt voor zijn grote ambities miljoenen bij de provincie, het Rijk en Brussel. Dan wil je wel laten zien dat je op een nette manier geld kunt uitgeven. Maar in plaats daarvan ontvangen we nu een brevet van onvermogen. En hoe kunnen wij nu als raadsfractie voor deze jaarstukken stemmen, als zelfs de accountant daar zijn vingers niet aan wil branden?

Drie jaar terug, aan het begin van deze raadsperiode, is er dus al gestart met het Meerjaren VerbeterPlan om deze interne processen op orde te krijgen. De afgelopen jaren hebben we iedere keer moeten constateren, dat de voortgang achterbleef. De volledige verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij dit college. Die moet niet afgeschoven worden op ambtenaren, de ambtelijke cultuur of een of ander ‘autonoom systeem’, zoals door dit college wel gedaan werd. Dat terwijl ambtenaren in een raadsdebat niet de kans hebben om hún kant van het verhaal te vertellen. Ondervonden zij druk van bestuurders die vaart wilden maken met uitgaven? Of vonden die het bijvoorbeeld wel best dat steeds de adviseur van hun persoonlijke voorkeur wordt ingehuurd? We weten het nu niet. Wat GroenLinks betreft is de vastgestelde onrechtmatigheid een symptoom van een dieper liggend probleem binnen de gemeente dat tot op de bodem moet worden uitgezocht, bijvoorbeeld met een raadsenquête, zodat alle betrokken hun verhaal aan de raad kunnen doen.

GroenLinks is, gegeven de vele kansen die eerder al gegeven zijn, klaar met opbouwende en steunende moties. Dat is een vicieuze cirkel geworden, waarin we met elkaar niet het lef hebben om echt van onze fouten te leren. Fouten worden in de jaarstukken bedekt met allerlei positieve verhalen over al het opgestelde beleid. Maar, wat heeft het de inwoners van Breda nou eigenlijk echt opgeleverd? Waarin blijven we achter? En waar mogen we echt trots op zijn? Je kunt pas trots zijn, als je ook de kanten laat zien waarin het niet gelukt is. De jaarstukken zijn bij uitstek het moment waarop je kritisch terugkijkt, de lessen leert en je beleid erop aanpast. Het kritische stuk en het leren van de lessen ontbreekt in de jaarstukken en in de houding van dit college, ondanks de jarenlange kritieken vanuit zowel de rekenkamer, de accountant en de raad. 

GroenLinks zal daarom ook met de tussentijdse bevindingen van de accountant de vinger aan de pols houden. Als er blijkt dat er in de komende maanden geen of onvoldoende verbetering te zien is, dan wil GroenLinks een raadsenquête in gang zetten. Wij willen dat we echt de vinger krijgen achter deze problematiek, zodat wij ook de vinger op de zere plek kunnen leggen. Zodat échte verbetering optreedt.