Het langverwachte stadsdebat over cultuur in Breda gaat op 9 mei van start. Het stedelijke debat is meer dan een sessie met politieke partijen en de culturele instellingen. Het is de bedoeling dat juist ook organisatoren, vrijwilligers, kunstenaars en ‘gewone’ inwoners van de stad hun visie geven op de cultuur van de stad.
Het langverwachte stadsdebat over cultuur in Breda gaat op 9 mei van start. Het stedelijke debat is meer dan een sessie met politieke partijen en de culturele instellingen. Het is de bedoeling dat juist ook organisatoren, vrijwilligers, kunstenaars en ‘gewone’ inwoners van de stad hun visie geven op de cultuur van de stad.
Het langverwachte stadsdebat over cultuur in Breda gaat op 9 mei van start. Het stedelijke debat is meer dan een sessie met politieke partijen en de culturele instellingen. Het is de bedoeling dat juist ook organisatoren, vrijwilligers, kunstenaars en ‘gewone’ inwoners van de stad hun visie geven op de cultuur van de stad.
door Selçuk Akinci
Het idee om een debat over cultuur te organiseren, ontstond voor het eerst eind 2005. Toenmalig cultuurwethouder Adank drukte dat debat toen tijdig de kop in door directeuren van de culturele instellingen te verbieden hieraan mee te doen. "Iedere ambtenaar die buiten mij om een debat organiseert, fluit ik terug“, was toen de reactie vanuit het stadskantoor.
Felle kritiek
Deze houding kwam op felle kritiek te staan van de fractie van GroenLinks. In een per ommegaande toegestuurde brief schreef de fractie dat de vakdirectie cultuur op het Stadskantoor teveel de touwtjes zelf in handen wilde houden en te weinig ruimte bood aan de culturele instellingen en het veld
„Wie leiderschap wil geven aan de culturele sector in Breda, moet verantwoordelijkheid neerleggen bij de uitvoerders en niet zelf dingen bedenken in stoffige kantoren met prefab meubels. (...) Een wethouder cultuur moet vertrouwen geven en kritiek accepteren, in plaats van halsstarrig eigen lijnen uitzetten. (...) Het dreigement dat mensen die desondanks hun mond open doen, op zoek kunnen naar een andere baan, gaat in mijn ogen veel, maar dan ook veel te ver. Een cultuur van angst en dreigementen zal het veld lamleggen. Dat geeft jou misschien vrij baan je beleid zonder tegenwind uit te voeren, maar leidt uiteindelijk niet tot een vruchtbaar cultureel klimaat.”
Breuk
Hoe anders was de houding toen een nieuw college aantrad. Als één van de eerste daden ging de nieuwe cultuurwethouder Willems aan de slag met het organiseren van een cultuurdebat. Niet alleen met politiek, kunstenaars en de instellingen, maar met de hele stad. Dat alles in lijn met het nieuwe coalitieaccoord, dat zwaar hecht aan nieuwe communicatievormen met de stad. Een accoord dat overigens ook wordt onderschreven door voormalig wethouder Adank.
Concrete plannen
Hoe voortvarend de aankondiging ook mocht zijn, sinds die tijd is het lang stil geweest rond het langverwachte debat. Wanneer kwam nu de gelegenheid voor de stad om zich uit te laten over de identiteit van de stad en de wijze waarop het beleid nu tot stand komt. Eerlijk gezegd duurde het te lang, tot begin dit jaar ineens concrete plannen werden gepresenteerd aan de commissie. In het lopende jaar zullen diverse grote openbare bijeenkomsten belegd worden, waarop iedereen die dat wil de mogelijkheid heeft om zijn of haar visie te geven op de kant die Breda op moet op het gebied van cultuur.
Abstract
Een grootse onderneming, waarbij het risico bestaat dat het debat te abstract wordt en te veel richtingen opgaat. Er ligt dus een zware taak in het verschiet voor Geurt Grosfeld, die als extern projectleider in eerste instantie verantwoordelijk is voor een goed verloop van de debatten.
Gepaste afstand
In eerste instantie geld voor de politiek een gepaste afstand. Maar als partij die het culturele klimaat van de stad altijd hoog in het vaandel heeft gehad, kan GroenLinks zich ook niet geheel onttrekken aan het debat. Onze opstelling in het debat zal zich kenmerken door een paar heldere uitgangspunten.
Actieve oindersteuning
Organisatoren en initiatiefnemers moeten worden gestimuleerd culturele activiteiten te ondernemen, waarbij de gemeente actief meedenkt om te voorkomen dat initiatieven vroegtijdig mislukken. Niet het stadskantoor bepaald de culturele ontwikkelingen in de stad; dat doen de belangrijke spelers van de stad zelf. Het ambtenarenapparaat moet zich hieraan dienstbaar opstellen.
Laagdrempelig
Cultuur ligt op straat. Het aanbod van kwalitatief hoogwaardige maar tevens hoogdrempelige activiteiten in een beperkt aantal instellingen volstaat niet meer. Er moet verbinding worden gelegd met laagdrempelige activiteiten op toegankelijke plekken. De culturele instellingen van de stad moeten worden aangemoedigd om hun taakstelling breed op te vatten.
Cultuur is een eigenstandige waarde. Te vaak is cultuur de afgelopen jaren bezien vanuit het perspectief van economische aantrekkingskracht. Zonder deze wisselwerking te ontkennen, mag cultuurontwikkeling niet gekoppeld worden aan economische impuls. Dan loopt de stad het risico dat economisch minder interessante cultuur opnieuw het onderspit delft.
Oog voor vernieuwing
Extra aandacht moet er zijn voor vernieuwende, multi-disciplinaire cultuuruitingen en voor het brede spectrum aan jongerencultuur. Juist deze categorieën ontstaan van onderaf en vaak buiten de bestaande structuren om. Een stad die culturele dynamiek en kruisbestuiving nastreeft, moet deze uitingen vroegtijdig herkennen, erkennen en een plaats bieden. Dat is in ieder geval het streven van GroenLinks.
Het cultuurdebat gaat op woensdag 9 mei om 20.00 uur van start in de Annakerk te Breda. Selçuk Akinci is cultuurwoordvoerder van de raadsfractie van GroenLinks in Breda.