Als een VVD Staatssecretaris een GroenLinks standpunt aanvalt is er nog geen reden tot paniek. Wanneer echter een onderzoek van de Erasmus-universiteit beweert dat spiegelbeeldig bouwen niet leidt tot het gewenste resultaat, is het wellicht wèl tijd voor een heroverweging. Christ Crul over de keerzijde van spiegelbeeldig bouwen...

In ons verkiezingsprogramma voor de raadsperiode 1999-2002 is onder de paragraaf wonen onder meer het volgende opgenomen:

 

    Diversiteit
    een samenleving waar mensen met allerlei verschillen met elkaar samenleven, dat staat GroenLinks voor ogen. De blanke , tot de middenklasse behorende man is niet langer de norm in zo'n maatschappij. Verschillen in culturele bagage, in inkomen, in sexe, in sexuele geaardheid, in etniciteit... zijn geen bedreiging meer , maar mogen er gewoon zijn. Het verlangen naar zo'n samenleving heeft ook gevolgen voor de inrichting van de wijken daarom heeft GroenLinks regelmatig aangedrongen op gedifferentieerd bouwen , met absolute voorrang voor sociale woningbouw . De tijd is er meer dan rijp voor , want langzaam aan dreigen er ook in Breda inkomenswijken en buurten te ontstaan en dat vinden wij ongewenst Ook in de 'duurdere' wijken moet plaats zijn voor sociale woningbouw. omgekeerd moeten ook in 'arme' wijken wat duurdere huizen gebouwd kunnen worden.

 

Een kortgeleden gehouden onderzoek van de Erasmus Universiteit komt op dit vlak tot de volgende bevindingen:

  1. dure bouw in arme wijk lost problemen niet op;
  2. de bouw van dure woningen in arme wijken leidt niet tot integratie tussen de nieuwe koopkrachtige bewoners en de oorspronkelijke bevolking;
  3. het bouwen van gemengde wijken lost sociale problemen niet op;
  4. nieuwbouw van vooral duurdere woningen leidt vaker tot ruzie dan tot verbroedering;
  5. de gedachte dat koopkrachtige bewoners optrekken met de oorspronkelijke bewoners in oude volkswijken is naïef. Er ontstaat geen sociale cohesie;
  6. hoger opgeleiden in duurdere woningen zouden een soort cement in oude wijken moeten zijn. Daarvan is niets terug te vinden: zij nemen de lasten niet op hun schouders;
  7. de fysieke en psychische barrières die bestonden tussen de wijken, zijn nu binnen de wijken waarneembaar;
  8. je moet vooral bouwen voor bewoners uit de wijk zelf die willen verhuizen naar een betere woning, dan blijft het karakter van de wijk intact;
  9. Voor de aanpak van wijkproblemen zijn sociale maatregelen nodig, geen nieuwe huizen.

Staatssecretaris Remkes van volkshuisvesting kwam bij de presentatie van de nota 'wonen in de 21e eeuw' tot de volgende uitspraak:
"mensen moeten kunnen wonen waar zij willen. Eisen zoals economische binding aan een stad moeten overboord. Door het steeds grotere aantal tweeverdieners wordt de plaats van vestiging steeds minder vanzelfsprekend. Maar ook de allochtonen die zich willen vestigen in de wijk waar al zijn landgenoten wonen, moet geen tegenwerking krijgen . Zolang mensen er zelf voor kiezen dat zij bij elkaar willen wonen, heb ik daar geen probleem mee. We moeten het automatisme overboord zetten, dat een wijk alleen goed zou kunnen functioneren met een sociaal gedifferentieerde bevolkingsopbouw."

Ons programmapunt staat dus haaks op de opvattingen van het Erasmus-onderzoek en Staatssecretaris Remkes (VVD). Zitten we er dan helemaal naast? Ik waag het te betwijfelen!

Een aantal jaren geleden was ik bij de discussie over 'inplaatsingsbeleid' en 'gedifferentieerd bouwen' van mening dat er discriminerende kantjes aan zaten. Wie zijn wij om te denken dat wij mogen bepalen waar iemand gaat wonen en deze bewoners in te delen in groepen waar wel of niet mee is samen te leven.

Ik blijf van mening , dat mensen de vrijheid moeten hebben te mogen wonen waar zij willen en mogen samenwonen met wie zij willen. Helaas is de keuze van de achterblijvers in feite niet aanwezig of zeer beperkt. Gaandeweg de jaren ben ik zeer aarzelend opgeschoven naar de werkelijkheid van alle dag. Daaruit blijkt, dat in buurten met een groot aantal burgers op achterstand deze burgers en hun kinderen moeilijker doorstromen naar betere omstandigheden en kansen. Gedifferentieerde bouw en spiegelbeeldig bouwen zou samen met andere sociale maatregelen een bijdrage kunnen leveren voor betere kansen.

In deze zaak van arm en rijk, mogelijkheden en kansen, spelen nog vele andere zaken. Een daarvan is, dat in de grondwet is opgenomen, dat de overheid dient te zorgen voor een rechtvaardige en meer gelijke verdeling van de beschikbare welvaart. Dit grondwetspunt is voor zover ik weet nooit echt uitgewerkt, zeker niet op het punt van de volkshuisvesting. De grote maatschappelijke ongelijkheid tussen (nieuwe) (zeer) rijken, de welvarende middengroep en de grote groep achterblijvers wordt steeds schrijnender; ook in de volkshuisvesting. De steeds groeiende groep van (nieuwe) (zeer) rijken en het bovenste deel van de middengroep gaan zich ook wat de huisvesting betreft afzonderen van de rest. Zij verschansen zich in afzonderlijke wijken omgeven door electronica, waakhonden, hekken en politie. Een afgrijselijke ontwikkeling, helaas ook al praktijk in Breda. Dan kies ik liever voor gedifferentieerde en spiegelbeeldige wijken voor alle burgers, ook omdat

  1. de integratie van verschillende bevolkingsgroepen tijd vraagt acceptatie en respect krijgen betere kansen bij samen wonen dan bij inkomenswijken;
  2. het scheppen van betere kansen voor de achterblijvers de hoogste prioriteit moet hebben.

Verder vind ik, tot slot, dat in ons kleine landje wij zuinig moeten omspringen met de beperkte beschikbare ruimte; zeer luxueuze inkomenswijken slokken teveel ruimte op.