Op woensdagavond 12 oktober 2011 vond in wijkcentrum De Poelewei een debatavond van Groen Links Breda plaats. Initiatiefnemer Wieke Bonthuis, voorzitter GL-afdeling Breda wilde met deze avond de visie van GL-ers peilen over het onderwerp Thuiszorg. Van belang is dat de kwaliteit van de Thuiszorg overeind blijft en de medewerkers in deze sector niet inboeten op hun salaris. Voor het debat waren twee sprekers uitgenodigd: Marjo Drent, lid GL Breda en Fred van der Heijden, sectormanager huishoudelijke zorg bij Zuidzorg, een aanbieder in de regio Eindhoven, Mierlo en Veldhoven.

Marjo Drent noemt de ontwikkelingen in het domein welzijn, vanwege de kanteling in de WMO vooral een kwestie van “Slimme Zorg”, of te wel meer gebruik maken van digitale oplossingen voor het zorgaanbod. In haar presentatie gaf zij eerst de huidige stand van zaken in de regio Eindhoven aan. In deze regio is men ver op streek met een project waar ICT oplossingen zijn gekoppeld aan de meer praktische zorgoplossingen. Als randvoorwaarden gaf zij aan, dat de gezondheidszorg sociaal moet zijn en voldoende keuzevrijheid moet bieden. Dit betekent dat de zorgvrager de eigen regie moet kunnen behouden en in de zorgvraag zijn/haar eigen keuzes moet kunnen maken. Er dient een omslag gemaakt te worden van “Zorg en Ziekte” naar “Gedrag en Gezondheid”. Slimme zorg betekent dan dat cliënten langer thuis blijven wonen en de zorg in samenwerkingsprojecten wordt aangeboden. In deze omgeving kan men dan de digitale dienstverlening laten landen, in een open platform en met snel internet. In deze opzet is juist het persoonlijk contact ook heel belangrijk, vooral de echte ontmoetingen. Dit kan dan worden ondersteund door de techniek.

Fred van der Heijden schetst een aantal belangrijke ontwikkelingen van dit moment. Toen de WMO in 2007 werd ingevoerd is de hulp bij het huishouden vanuit de AWBZ hierin ondergebracht. Tevens kwamen er Europese aanbestedingstrajecten voor hulp bij het huishouden. Sinds de wetswijziging per 1 januari 2010 mogen er voor de huishoudelijke zorg geen alfahulpen meer worden ingezet. De ondersteunende begeleiding gaat van de AWBZ naar de gemeenten. Hiervoor was 2010 overgangsjaar.

Waar staat de thuiszorgorganisatie nu:

  1. Relaties tussen gemeenten en zorgverzekeraars: vanuit schijnbaar verschillende belangen en wantrouwen.
  2. Claimgedrag van cliënten: ‘ ik heb recht op’  i.p.v. ‘ ik heb zorg nodig, hoe kan ik dat regelen?’
  3. Kostprijs staat zwaar onder druk
  4. Sterk gesegmenteerde benadering van de prestatievelden van de WMO
  5. Organisaties zijn ingericht binnen het strakke keurslijf van regelgeving en verantwoording, gericht op operationele “excellence”.

Nu zien we op ons afkomen:

  1. Een aantal maatschappelijke ontwikkelingen, zoals individualisering, terugtredende (Rijks)overheid, een sterk groeiende zorgvraag, stijgende zorguitgaven en een economische crisis.
  2. Verandering in wet- en regelgeving, die in 2014 volledig doorgevoerd dient te zijn. Volgens Fred zijn gemeenten nog niet voldoende klaar voor de kanteling in de WMO!

Waar moeten we naar toe?

De klant (burger) met zijn ondersteuningsbehoefte centraal stellen. Een integrale dienstverlening op maat voor de cliënt. Integraal vanuit de benadering van de zorgaanbieder; integraal binnen de werkingssfeer van de WMO en integraal tussen WMO en AWBZ.
Een lokale (wijkgerichte) verankering. Samenwerking van formele en informele zorg, als ook samenwerking zorg en welzijn. Kleine wijkgerichte teams.
Bestendige samenwerkingsrelaties gebaseerd op vertrouwen tussen gemeenten en sociaal- maatschappelijke partijen als ook tussen zorgaanbieders, zorg op afstand.
Wat is er voor nodig: Herijken van de uitgangspunten; van voorziening naar resultaat, van claimgedrag naar “het gesprek” (aan de keukentafel), innovatie in arrangementen op basis van de verantwoordelijkheidsladder, kortom maatwerk.
Stimuleren en ondersteunen van cliënten en andere burgers bij het in hun eigen kracht komen. Verbinden van beleidsterreinen zorg welzijn en wonen.