De afgelopen weken krijgen wij steeds meer berichten binnen over overlast van de eikenprocessierups. Naast de exoten die er al zijn, zullen komende jaren ook andere exoten hun intrede doen in Nederland. Nu en in de toekomst is heeft Breda dus effectief maar ook milieuvriendelijk beleid nodig om invasieve exoten aan te pakken. Om een beeld te krijgen van de effecten, transparantie en keuzes van het huidige beleid stelde GroenLinks vragen.

De oprukkende eikenprocessierups staat dus niet op zichzelf; de dennenprocessierups is onderweg. Een ander voorbeeld is de Japanse Duizendknoop die nu al onstuimig groeit en tuinen, schuurtjes en zelfs huizen ondermijnt. En als woekeraar in de natuur de plaatselijke soortenrijkdom bedreigt. Of de buxusmot die er voor zorgt dat vele buxushagen verloren gaan. En de kastanjemineermot die maakt dat de kastanjes langs onze singels al vanaf eind augustus bruin kleuren. Als gevolg van het veranderende klimaat zullen de komende jaren waarschijnlijk meer invasieve exoten verschijnen.

Voor GroenLinks zijn volksgezondheid, herstel van evenwicht in de natuur, blijvende inzet op natuurlijke bestrijding en het behoud van historische landschaps-cultuurelementen belangrijk. De oprukkende exoten zijn een neveneffect van de klimaatverandering dat nog eens onderstreept hoe belangrijk onze inzet op het tegengaan van verdere klimaatverandering is. Daarom stelden wij het college vragen over wat het gemeentelijk beleid op dit moment eigenlijk is in de omgang met deze uitheemse planten en dieren die naar Nederland oprukken. 

Vragen

1.    Welke overlastgevende invasieve exoten ziet de gemeente nu en de komende jaren verschijnen in Breda?

2.    Is er een (overkoepelend) beleidskader voor ontwikkeld? Wanneer maakt de gemeente wel of geen werk van bestrijding, welke middelen zet de gemeente daarbij wel/niet in, wanneer kiest de gemeente er wel of niet voor (ook beeldbepalende) boomsoorten in de openbare ruimte uit te faseren?

3.    Op welke wijze speelt de gemeente nu en in de toekomst op deze ontwikkeling in om de overlast en schade te voorkomen, en anders zo veel mogelijk te beperken?

4.    Hoe communiceert de gemeente op dit onderwerp naar onze inwoners, is er een goed beeld van de verwachtingen die wel en niet waar gemaakt kunnen worden? 

5.    Met welke meerkosten moeten we voor de toekomst rekenen?