De kostendelersnorm: uitkeringsgerechtigden die samenwonen met andere volwassenen krijgen een lagere uitkering dan wanneer zij alleen zouden wonen of enkel met hun kinderen. Het klinkt zo logisch: het leven is goedkoper zodra je samenwoont met andere volwassenen en daarom zou het terecht zijn als je dan ook een lagere uitkering krijgt.  Maar wat nou als je samenwoont met je zieke moeder die jij verpleegt? Of met een kind van je, dat wel al volwassen is maar door de grote werkloosheid onder jongeren geen baan en daardoor geen eigen woning heeft? Of als je solidair bent en asielzoekers opvangt in je huis? Juist, ook dan geldt de kostendelersnorm. Terwijl de medebewoners geen eigen inkomen hebben. In Breda worden mensen opgeroepen om om te zien naar elkaar en een beroep te doen op elkaar vanuit een positief mensbeeld. Om elkaar te helpen, te ondersteunen en te zorgen voor elkaar.

In de praktijk is de kostendelersnorm dan ook een ingrijpende en kwalijke boete op solidariteit!  Daarom heeft GroenLinks deze week vragen gesteld aan het Bredase college over de negatieve gevolgen van de kostendelersnorm in onze stad.

Geacht college,

Per 1 januari van dit jaar geldt de kostendelersnorm. De kostendelersnorm betekent dat mensen die een woning delen met volwassenen (=21 jaar en ouder), een lagere bijstandsuitkering krijgen. Verder geldt dat hoe meer personen van 21 jaar of ouder in een woning wonen, hoe lager de bijstandsuitkering.

Volgens het Rijk kan deze maatregel geen problemen geven. Immers, als je met anderen woont, is het leven goedkoper, omdat de woonkosten gedeeld kunnen worden. Dat is maar slechts gedeeltelijk waar, want dit geldt alleen in die gevallen dat de medebewoners van 21 jaar en ouder zelf ook daadwerkelijk een inkomen hebben. Dat helaas niet altijd het geval. Als de (mede) bewoner(s) zelf geen inkomen hebben is het mogelijk dat huishoudens met een bijstandsinkomen ver onder de bijstandsnorm komen. 

De kostendelersnorm kan verstrekkende ongewenste maatschappelijke effecten hebben. Waar mensen (tijdelijk) opvang nodig hebben kan de kostendelersnorm verhinderen dat zij opvang in hun sociale netwerk kunnen vinden. Immers, wanneer mensen in dit netwerk een uitkering ontvangen, worden zij met het opvangen van andere volwassenen  gekort op hun uitkering.

Ook kunnen problemen ontstaan voor mantelzorgers die onder een dak leven met degene waar zij zorg aan leveren. En dit is juist wat diezelfde overheid van zijn inwoners verwacht: het verlenen van gratis mantelzorg in het kader van bezuinigingen.

Al met al kan de kostendelersnorm mensen, die het toch al niet ruim hebben, in ernstige financiële problemen brengen. Het is daarnaast ook nog eens ineffectief, omdat het juist de zorg- en welzijnskosten voor de gemeente Breda verhoogt.

Daarom stelt de fractie GroenLinks de volgende vragen aan het college:

   1     Brengt het College de financiële en maatschappelijke gevolgen van de kostendelersnorm in Breda stelselmatig in kaart? Zo niet, bent u dan bereid om alsnog gestructureerd te onderzoeken hoeveel adressen het betreft in Breda en wat de financiële gevolgen van de kostendelersnorm zijn voor het besteedbaar inkomen van uitkeringsgerechtigden?

   2     De kostendelersnorm kan de kosten voor een aantal sociale problemen groter in plaats van  kleiner maken. Bent u bereid om in brede zin de financiële en maatschappelijke gevolgen van de kostendelersnorm in Breda te onderzoeken, in het bijzonder als het gaat om de problematiek rondom spookjongeren, dak- en thuislozen en mantelzorgers?

   3     Bent u bereid om , indien meerdere volwassenen op één adres wonen, vooraf te toetsen wat de inkomenssituatie van de andere inwonenden is? En om indien inkomen ontbreekt of lager dan het bijstandsniveau is, de kostendelersnorm niet op te leggen?

    4.   Bent u bereid om deze informatie te delen met de Raad?

 

namens de fractie van GroenLinks Breda 

Monica Tecklenburg