Het artikel van Paul Scheffer in NRC Handelsblad heeft veel reacties opgeroepen. Na het verschijnen van zijn artikel dook de ene na de andere opinie op in de Volkskrant, Vrij Nederland en NRC. In Radio- en televisieprogramma's was er aandacht voor het al dan niet bestaan van een multicultureel drama. Ook in onze fractie bespraken wij het. Voorzien van veel achtergrondinformatie, waaronder de meningen van de vele columnisten, minister van grote stedenbeleid Roger van Boxtel èn het advies van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling Integratie in perspectief'.

Het artikel van Paul Scheffer in NRC Handelsblad heeft veel reacties opgeroepen. Na het verschijnen van zijn artikel dook de ene na de andere opinie op in de Volkskrant, Vrij Nederland en NRC. In Radio- en televisieprogramma's was er aandacht voor het al dan niet bestaan van een multicultureel drama. Ook in onze fractie bespraken wij het. Voorzien van veel achtergrondinformatie, waaronder de meningen van de vele columnisten, minister van grote stedenbeleid Roger van Boxtel èn het advies van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling Integratie in perspectief'.

Multicultureel drama? Echt wel!
Sociale achterstand doorbreekt etnische scheidslijnen

Het artikel van Paul Scheffer in NRC Handelsblad heeft veel reacties opgeroepen. Na het verschijnen van zijn artikel dook de ene na de andere opinie op in de Volkskrant, Vrij Nederland en NRC. In Radio- en televisieprogramma's was er aandacht voor het al dan niet bestaan van een multicultureel drama. Ook in onze fractie bespraken wij het. Voorzien van veel achtergrondinformatie, waaronder de meningen van de vele columnisten, minister van grote stedenbeleid Roger van Boxtel èn het advies van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling Integratie in perspectief'.

door Rian Remie

Hoewel de titel boven dit artikel wellicht anders doet vermoeden vinden wij dat Paul Scheffer maar zeer ten dele gelijk heeft. Er voltrekt zich zeker een drama. Maar dat is multicultureel van aard, dat wil zeggen, niet alleen allochtonen behoren tot de achtergestelde groepen. Ondanks de economische vooruitgang is het werkloosheidscijfer onder allochtonen vele malen hoger dan onder de autochtone bevolking, maar ook onder de autochtone bevolking is de werkloosheid niet opgelost. Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit komen niet alleen bij allochtonen voor. Langzaam maar zeker ontstaat in Nederland een nieuwe onderklasse, bestaande uit zowel autochtonen als allochtonen, voor wie verder leren en werk vinden welhaast onmogelijk lijkt. De groep mensen die een sociale achterstand hebben (en degenen die die nog gaan oplopen) is dus multicultureel ! En dat het hebben van een sociale achterstand een drama is, behoeft geen betoog.

Volgens Scheffer danken migranten hun slechte positie aan zichzelf èn aan een overheid die hen niet flink tot de orde durft te roepen. Volgens Scheffer ligt een eerste, belangrijke oorzaak van de achterstand namelijk in het culturele verschil' dat door migranten zelf hardnekkig in stand wordt gehouden. Het onderstrepen van cultureel verschil is echter eerder onderdeel van het probleem dan van de oplossing. De lage sociale klasse waarin zich het overgrote deel van de migranten bevindt, vormt het centrale probleem. Waar immers hebben autochtonen hun achterstandspositie dan aan te danken? Bij hen is toch geen sprake van een andere cultuur of islamitische gemeenschappen? De overeenkomst tussen autochtonen en allochtonen in een sociale achterstandspositie is een gemiddeld zeer laag opleidingsniveau. De sinds jaren tekort schietende investeringen in onderwijs- en achterstandsbeleid en het uitblijven van werkgelegenheidsprojecten waaraan werkelijk een maatschappelijk perspectief is verbonden, hebben ervoor gezorgd dat deze mensen zich niet aan de maatschappelijke achterhoede konden ontworstelen.

De oorzaken van het ontstaan van achterstanden zijn van sociaal-economische en niet van culturele aard. Zo naar het multicultureel drama kijkend is het duidelijk dat het drama, of het nu achterblijvende schoolprestaties zijn of het aandeel in criminaliteit, het gevolg is van het demoraliserend effect van langdurige sociale uitsluiting. Sociale uitsluiting is bij allochtonen nòg groter dan bij autochtonen. Culturele en religieuze verschillen kunnen niet worden gebagatelliseerd. Zij versterken de al bestaande sociale achterstand, immers, zichtbaar anders zijn gaat nog altijd gepaard met actieve èn sluimerende discriminatie en uitsluiting op de arbeidsmarkt en in het maatschappelijk leven. Gehandicapten (ook autochtone goed opgeleiden) weten daar bijvoorbeeld alles van.

Maar wat betekent dat nou voor de lokale politiek? Dat was natuurlijk de vraag die in onze fractie een prominente plaats in nam. Femke Halsema, lid van de Tweede Kamer voor GroenLinks, heeft daarover onzes inziens de beste ideeën: Om de kwestie aan te pakken is allereerst een modern emancipatiebeleid vereist, waarbij integratie en diversiteit in elkaars verlengde liggen. Onderwijs met effectieve taalmethoden, investeringen in het wegwerken van de wachtlijsten voor taalcursussen en investeringen in de inkomens en arbeidsomstandigheden van leraren op achterstandsscholen horen hier bij. Even belangrijk is het echter te bevorderen dat de centrale instituties (justitie, onderwijs, gezondheidszorg) een afspiegeling vormen van de gewijzigde culturele samenstelling van onze samenleving. Hiervoor is ook een actieve bestrijding van discriminatie noodzakelijk. Voorkeursbeleid neutraliseert discriminatie, waardoor allochtonen en autochtonen gelijke kansen hebben op de arbeidsmarkt. Op die gebieden liggen dus de kansen. Ook lokaal is op die gebieden het een en ander te doen.

Onze fractie diende een motie in bij de Bredase gemeenteraad. In de motie werd erop aangedrongen dat, wanneer het college van B& W organisaties om een voordracht vragen voor bestuurlijke functies, men een voorkeursbehandeling vraagt voor vrouwen of mensen die tot de doelgroepen behoren. De motie heeft het niet gehaald, ondanks de steun van twee dissidente' CDA-vrouwen. Ook wethouder Heerkens, verantwoordelijk voor Sociale Zaken, Arbeidsmarktbeleid en Welzijn stemde tégen de motie. Dat beloofde niet veel goeds voor de werkconferentie die zij organiseerde.

Deze werkconferentie ging over een nieuw integratiebeleid. De gemeente heeft in 1998 een inspraaknotitie uitgebracht, getiteld Couscous met appelmoes'. De notitie heeft heel veel inspraak opgeleverd. Het duurde maar liefst twee jaar (!) vooraleer er een tweede stap kon worden gezet. Pas onlangs is de zgn. Commentaarnota verschenen. Daarin staat alle inspraak vermeld, met een reactie van de gemeente Breda. Op 29 februari jl. presenteerde de gemeente haar concrete' plannen: de instelling van zes werkgroepen die gaan bedenken wat er gedaan zou kunnen worden aan integratiebeleid. Zou kunnen worden, want vooraf worden geen garanties gegeven dat wat de werkgroepen bedenken ook werkelijk zal worden uitgevoerd. Het mag weinig (liefst niks) kosten. De werkgroepen moeten worden bevolkt door allochtonen, autochtonen en de instellingen die op dit gebied al actief zijn (onderwijs en welzijnswerk). Goedwillende burgers - vrijwilligers - met ervaren professionals die al jaren beroepsmatig bezig zijn met de problematiek. Kun je het je voorstellen? De inspanning van de gemeente Breda bestaat uit het leveren van een procesmanager' die de werkgroepen opjut' om snel met plannen te komen. Hoewel de gemeente een prima vrouw heeft aangesteld als procesmanager, is het wel veel gevraagd van één vrouw om het hele proces te dragen.

Géén nieuwe impulsen voor het 'wegwerken' van sociale achterstanden, géén extra geld voor het onderwijs en voorschoolse opvang van kinderen uit achterstandsgroepen, géén ideeën of maatregelen om de positie van de achterstandsgroepen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Geen enkel voorstel wist de gemeente Breda te produceren. Onder het mom van bottom's up' komt men niet verder dan het instellen van de hiervoor genoemde werkgroepen. "Roept u maar..., Dan zullen wij wel kijken of dat uitgevoerd kan worden" lijkt het devies. De ambitie van Breda ligt hier wel op een nul-niveau !

Hoewel de coalitiepartijen ook kritisch waren over de voorstellen, hebben zij (zoals te doen gebruikelijk) wèl ingestemd met de voorstellen. Alle kritische keutels werden weer ingetrokken toen het op stemming aankwam. Onze fractie heeft in de raad tegen het voorstel gestemd. Uit het bovenstaande mag duidelijk zijn wat onze beweegredenen zijn geweest.