Open brief van de fracties GroenLinks, Breda '97 en SP over de regenteske houding van de college-partijen in de kwestie rond de Boschstraat.

Open brief van de fracties GroenLinks, Breda '97 en SP over de regenteske houding van de college-partijen in de kwestie rond de Boschstraat.

Open brief aan de politieke partijen welke deelnemen aan de coalitie in de gemeenteraad van Breda (CDA, VVD, PvdA en D'66)

Enige tijd geleden heeft de Winkeliersvereniging Boschstraat contact gezocht met de politiek in Breda om de problematische situatie in deze straat te bespreken. Geen onbelangrijk onderwerp. Het is ook een gemeentelijk belang om te voorkomen dat een belangrijke 'inloper' naar de binnenstad langzaam maar zeker verpaupert.

Naar aanleiding daarvan heeft de fractie GroenLinks in de commissie Economische Zaken in oktober jl. verzocht om een bijeenkomst - eventueel op lokatie - tussen de commissie en de winkeliersvereniging. De commissie ging daarmee niet akkoord, maar was in meerderheid van mening dat een gesprek tussen een afvaardiging van de fracties en de winkeliersvereniging wel wenselijk zou zijn.

De fractie GroenLinks heeft vervolgens na overleg met de voorzitter van de winkeliersvereniging een datum vastgesteld en alle fracties uitgenodigd voor een overleg op 22 november 1999.

Op woensdag 17 november 1999 deelde de fractiemedewerker van de PvdA namens alle collegepartijen mee, dat deze fracties niet zouden deelnemen aan het overleg omdat de Parel van het Zuiden ook was uitgenodigd.

De winkeliersvereniging is van dit standpunt op de hoogte gesteld. De afgelopen maandag, 22 november, heeft het overleg met de winkeliersvereniging toch doorgang gevonden. Breda 97, de SP en GroenLinks waren aanwezig. De Parel was - zonder afzegging - weggebleven.

Naar aanleiding van deze gang van zaken hekelen wij de arrogante en ondemocratische opstelling van de collegepartijen. Het gaat niet aan om één van de politieke partijen behorend tot de gemeenteraad, ook al hoort deze tot de oppositie en ook al zijn de bijdragen van deze partij vaak niet serieus te nemen, van dit soort overlegsituaties uit te sluiten of te boycotten. Juist als de collegepartijen een comfortabele meerderheid in de raad hebben, moet de oppositie gekoesterd worden, of in ieder geval getolereerd.

Het behoort tot het democratisch proces dat ook de minderheden in de gemeenteraad worden betrokken bij de meningsvorming en de besluitvorming van de raad en het traject dat daaraan voorafgaat. Politieke partijen uitsluiten doet afbreuk aan het democratisch gehalte van de besluitvorming binnen de gemeente. Het feit dat een partij zich kritisch of zelfs als querulant opstelt is geen rechtvaardiging voor het uitsluiten van deze partij. Slechts bij partijen die aanzetten tot haat en geweld tegen andere groepen van de bevolking (zoals de CD) is het te verdedigen dat er een boycot plaatsvindt in die zin dat dergelijke partijen zoveel mogelijk buiten overlegsituaties worden gehouden.

Helaas staat dit incident niet op zichzelf. Wij moeten constateren dat bijdragen van oppositiepartijen in de gemeenteraad vaak niet serieus worden genomen. Dat geldt zelfs voor onderwerpen die politiek helemaal niet beladen zijn. Zo werd er niet eens gereageerd door deze partijen toen GroenLinks naar voren bracht in een van de vorige raadsvergaderingen dat een raadsvoorstel met betrekking tot de (hernieuwde) benoeming van een lid van een adviescommissie in strijd was met de eigen verordening van de gemeente. Niet alleen beweerde de wethouder, mevrouw Heerkens van de PvdA, dat de ambtenaren hadden gezegd dat het allemaal wel kon; de raadsleden - die toch worden geacht de eigen regelgeving te kennen - namen niet eens de moeite om hier serieus op in te gaan. Slechts na afloop van de vergadering werd hier en daar gemompeld dat er misschien toch iets niet in orde was met dit besluit.

Tekenend is ook, dat het college van B. en W. steeds vaker door de Parel gestelde vragen op grond van het reglement van orde (zogeheten vragen ex artikel 48) niet beantwoordt, omdat men de toon ervan tendentieus vindt.

Dat gebeurde onlangs overigens ook met schriftelijke vragen door een burger (ex-raadslid van GroenLinks). Wij beschouwen dit als een bedenkelijke tendens. Immers, het college van B en W is in ieder geval moreel verplicht jegens haar burgers om verantwoording over haar beleid af te leggen, ook al betreft het burgers die geen raadslid (meer) zijn. B en W zijn ook juridisch verplicht om schriftelijke vragen van raadsleden te beantwoorden, ook al zijn de vragen onaangenaam.

De fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer beklaagde zich onlangs over de arrogante en regenteske houding van de paarse coalitie in de landelijke politiek. In Breda heeft het CDA vooralsnog geen recht van spreken. Maar al te vaak etaleert het CDA een houding van 'lul maar raak' in de richting van de oppositie.

Wat te denken bijvoorbeeld van de spoorlijn Breda-Utrecht? De oppositie pleitte er onlangs voor dat de gemeente extra aandacht vraagt voor het zo snel mogelijk aanleggen ervan. Het CDA vond het flauwekul. Een Märklin-spoorlijntje vond het raadslid Van der Hulst realistischer. Maar als kamerlid Leers van het CDA een goederenspoorlijn op dit traject bepleit, in combinatie met personenvervoer, dan is alles ineens anders: dan overhandigt CDA-fractievoorzitter Adank glimmend van trots de nota van Leers aan de wethouder.

Het is natuurlijk niet alleen het CDA te verwijten dat het regentendom de kop op heeft gestoken. De andere coalitiefracties laten het ook gebeuren dat de oppositie niet serieus wordt genomen; sterker nog: zij doen daar vrolijk aan mee!

Wij komen nog even terug op de kwestie van het overleg over de Boschstraat. De Winkeliersvereniging had weinig begrip voor de houding van de collegepartijen. Zij begrijpen het niet dat de collegepartijen hen in de kou laten staan om 'politieke' redenen, waar de winkeliers van de Boschstraat part noch deel aan hebben. Burgers raken door dit soort voorvallen steeds verder vervreemd van de politiek.

Als je zo comfortabel op het pluche zit ga je je blijkbaar pas zorgen maken over de burgers tegen de tijd dat er weer verkiezingen zijn.

Breda, 24 november 1999

De gemeenteraadsfracties van
Breda 97, SP en GroenLinks.