Met de beslissing van het college van B&W om een monumentenvergunning aan het Waterschap te verlenen, is het waterschap Brabantse Delta een stap dichterbij het bouwen van een nieuw kantoor op de beschermde buitenplaats Bouvigne. Daarmee is een hoofdstuk in deze heikele kwestie afgesloten. Daarmee is het boek voorlopig echter nog niet dichtgeslagen.
Met de beslissing van het college van B&W om een monumentenvergunning aan het Waterschap te verlenen, is het waterschap Brabantse Delta een stap dichterbij het bouwen van een nieuw kantoor op de beschermde buitenplaats Bouvigne. Daarmee is een hoofdstuk in deze heikele kwestie afgesloten. Daarmee is het boek voorlopig echter nog niet dichtgeslagen.
Met de beslissing van het college van B&W om een monumentenvergunning aan het Waterschap te verlenen, is het waterschap Brabantse Delta een stap dichterbij het bouwen van een nieuw kantoor op de beschermde buitenplaats Bouvigne. Daarmee is een hoofdstuk in deze heikele kwestie afgesloten. Daarmee is het boek voorlopig echter nog niet dichtgeslagen.
In 2006 wees het college een monumentenvergunning aan het waterschap nog af. Een monumentenvergunning is nodig om delen van de bebouwing op de van Rijkswege beschermde buitenplaats te mogen slopen en nieuwbouw te plegen. Het college kon deze afwijzen dankzij een negatief advies van de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Het leidde ertoe dat het waterschap haar bouwplannen ingrijpend heeft gewijzigd. Zo is onder andere in de sloop van het laboratorium voorzien, een functie die in de nieuwbouw niet terugkeert.
Geen voorbereidingsbesluit
In december deed het college een voorstel om voor delen van het binnenkort aan te nemen bestemmingsplan Breda-Zuid een voorbereidingsbesluit te nemen om zo ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Een amendement van GroenLinks om dat voorbereidingsbesluit voor het hele plangebied, inclusief de percelen in het Markdal, te laten gelden, werd toen door de raad verworpen.
De gewijzigde plannen van het waterschap konden wel rekenen op een drietal positieve adviezen van de inmiddels van naam veranderde Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, de gemeentelijke commissie Welstand en Monumenten en de Provincie. Bezwaarmakers hebben daarop gereageerd, in enkele gevallen met eigen deskundigenrapportages. Het college heeft daarop gemeend er goed aan te doen de adviserende instanties naar aanleiding daarvan naar een aanvullend advies te vragen. Deze waren opnieuw positief.
Positieve adviezen
Het zijn met nadruk deze adviezen, waar de gemeente haar uiteindelijke oordeel over de aanvraag op moet baseren. Uit jurisprudentie blijkt dat deze adviezen van doorslaggevend gewicht zijn voor het besluit van het college. Dat wil zeggen dat een collegebesluit dat zou afwijken van de unaniem positieve adviezen door de monumentenvergunning te weigeren, door een bestuursrechter zeker vernietigd zou worden en dat de schade als gevolg van de bouwvertraging door het waterschap op Breda zou kunnen worden verhaald. Daarnaast zou een afwijkend standpunt van de gemeente strijdig zijn met het idee van rechtszekerheid, wat inhoudt dat iedereen er in Breda vanuit mag gaan dat beslissingen volgens de wettelijke procedure en de normen van behoorlijk bestuur genomen worden.
In diverse stadia van het proces heeft GroenLinks actie ondernomen. Zo heeft de fractie het onderwerp geagendeerd voor de commissievergadering van 17 april. Dat leidde tot een gehonoreerd verzoek van de meerderheid van de raad aan het college nogmaals in gesprek te gaan met het waterschap. Het gesprek leverde echter weinig op: dijkgraaf Joseph Vos bleef bij zijn stelling dat hij met de plannen volledig in zijn recht stond en dat hij al voldoende concessies had gedaan met de eerdere planwijziging.
Interpellatiedebat
Het debat naar aanleiding van het interpellatieverzoek van de VVD in de raad van 14 juni bood weinig nieuwe invalshoeken. De fractie zag dan ook weinig aanleiding om in dit debat fel uit te halen naar het college, dat in dit dossier feitelijk geen bewegingsvrijheid meer had. Een motie die het college opdroeg de monumentenvergunning te weigeren, werd ook niet ondersteund, aangezien het gelijk stond aan het oproepen tot onbehoorlijk bestuur. Wel ondersteunde de fractie het plan om met een delegatie in overleg te treden met het bestuur van het Waterschap. Dit gesprek, dat inmiddels heeft plaatsgevonden, heeft echter weinig opgeleverd.
De echte boeman in dit dossier huist immers niet aan de Claudius Prinsenlaan, maar is woonachtig in een kasteeltje aan de Bouvignelaan in Breda. En daar zal zich ook het volgende hoofdstuk afspelen, als de bezwaarmakers besluiten een bezwaarprocedure tegen de nieuwbouwplannen te beginnen. In tegenstelling tot het hele proces rond de afgifte van de monumentenvergunning, kunnen ruimtelijke, milieu- en verkeersfactoren bij een dergelijke procedure wèl een belangrijke rol spelen.
Selçuk Akinci is fractievoorzitter van GroenLinks in de Bredase gemeenteraad