Op 5 september jl. werd er in de commissie Ruimtelijke Ordening gediscussieerd over de meest recente gegevens betreffende de woningbehoeftes in Breda en de uitgangspunten die het college van B & W had geformuleerd voor nieuw gemeentelijk beleid.

Op 5 september jl. werd er in de commissie Ruimtelijke Ordening gediscussieerd over de meest recente gegevens betreffende de woningbehoeftes in Breda en de uitgangspunten die het college van B & W had geformuleerd voor nieuw gemeentelijk beleid.

Wilt U ook éénderde wonen?
Kwaliteit of kwantiteit in de volkshuisvesting

Op 5 september jl. werd er in de commissie Ruimtelijke Ordening gediscussieerd over de meest recente gegevens betreffende de woningbehoeftes in Breda en de uitgangspunten die het college van B & W had geformuleerd voor nieuw gemeentelijk beleid.

Dit voorjaar had de gemeenteraad de contouren voor nieuw beleid al vastgesteld. Eén van de uitgangspunten was dat bouwen op grote nieuwbouwlocaties (VINEX) niet automatisch meer op basis van de éénderde-regeling zou plaatsvinden (evenveel goedkope, middeldure en dure woningen), maar dat die percentages konden verschillen (minder goedkope woningen, meer uit de duurdere categorie).

Afstand
GroenLinks had hiervan afstand genomen. Niet alleen maar omdat ons verkiezingsprogramma méér dan eenderde goedkoop bouwen voorschrijft, maar vooral ook omdat het nieuwe beleid niet door enig recent woningmarkt- en woningbehoefteonderzoek in Breda werd onderbouwd. Eérst onderzoek, dan eventueel nieuw beleid, is ons motto.

Toezeggingen
Het standpunt van GroenLinks werd niet gevolgd door de meerderheid van de gemeenteraad in april van dit jaar. Wel werd toegezegd zo snel mogelijk met recente onderzoeksgegevens over de woningbehoefte in Breda te komen. Die toezegging was al eerder gedaan, maar nog steeds niet nagekomen.

Oude cijfers
De cijfers waren er nu dus eindelijk (Feiten en ontwikkelingen woningmarkt'). Maar wat bleek: het ging niet om recent onderzoek maar om cijfers uit 1998. Het onderzoek ging vooral over landelijke trends, bijvoorbeeld dat het aantal starters op de woningmarkt afneemt en dat er meer behoefte is naar maatwerk en kwaliteit in de volkshuisvesting. De plaatselijke statistieken (niet recent dus) gaven overigens wel flinke tekorten aan in goedkope huurwoningen en middeldure koopwoningen.

Nieuw beleid
De uitgangspunten en voorstellen' naar aanleiding van dit onderzoek logen er echter niet om: het beleid is nog verder omgegooid; zo wordt voorgesteld om de éénderde-doelstelling bij nieuwbouwlocaties Nieuw-Wolfslaar en Teteringen te wijzigen in een verminderd aandeel goedkope woningen en in het vervolg helemaal te verlaten: voorgesteld wordt om geen nieuwe woningen in de goedkope categorie te realiseren'. Heel duidelijk wordt ingezet op doorstroming, waarbij iedereen een treetje in de woningmarkt opschuift en in de goedkope sector woningen vrijwkomen. Dit middel kan in bepaalde situaties goed werken (bijvoorbeeld in de wijk Westerpark), maar in andere situaties onwenselijk is.

Onwenselijk
Niet alleen GroenLinks vond dit te ver gaan: ook de SP en Breda 97 waren tegen. Zelfs collegepartijen PvdA en CDA schaarden zich onder de tegenstanders: een raadsmeerderheid dus. Desondanks verkondigde wethouder Lous van Beusekom dat zij het voorgenomen nieuwe beleid zou gaan uitvoeren. Naar aanleiding van later te verschijnen actuelere cijfers zou dan eventueel het beleid worden bijgesteld. Voor GroenLinks was dit de aanleiding om de wethouder van arrogantie te betichten: ze negeerde de uitgesproken wens van een raadsmeerderheid. Voor Van Beusekom was dat weer een aanleiding om tegen alles en iedereen te fulmineren, waaronder de woningbouwcorporaties die onvoldoende tot samenwerking bereid zouden zijn.

Discussie
Hoe dit verder zal gaan weten wij op dit moment niet. Er ligt nog geen voorstel waar de gemeenteraad over moet gaan beslissen. Binnen de GroenLinks fractie is een discussie gaande over hoe het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid er uit zou moeten gaan zien. Het is niet alleen meer een kwestie van kwantiteit (voldoende goedkope huurwoningen, bijvoorbeeld), maar óók van kwaliteit: ook de burgers met een kleine portemonnee hebben recht op een kwalitatief goede, duurzame en levensloopbestendige woning. Bovendien is het van belang om te beseffen dat de vraag veel meer divers is dan vroeger: er zijn veel meer kleine gezinnen en alleenstaanden en de variëteit binnen de vraag is groter. De vraag is verder of, en in welke mate, woningbouwverenigingen hun woningbestand moeten verkopen, om elders in de stad (goedkope of duurdere) nieuwbouwwoningen te kunnen realiseren.

Ledenstandpunt
Omdat het verkiezingsprogramma van GroenLinks uit 1999 slechts uitgaat van het kwantitatieve aspect, is het bestuur gevraagd om een algemene ledenvergadering uit te schrijven over hoe het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid in de toekomst moet worden gevoerd.

Wat het huidige beleid betreft zal GroenLinks niet nalaten om wethouder Van Beusekom waar en wanneer mogelijk ter verantwoording te roepen voor een volkshuisvestingsbeleid dat op papier uitgaat van de plaatselijke behoefte aan woningen, maar in werkelijkheid steeds meer overlaat aan de markt' en steeds minder rekening houdt met de minima.