In het voorjaar wordt in een bijzondere raadsvergadering de Kadernota besproken. Hierin worden de beleidsplannen voor het komende jaar uitgestippeld. In de eerste termijn stellen de fracties hun mening over die Kadernota aan de orde. Na beantwoording van het college volgt een reactie in de tweede termijn. Dit jaar wordt de eerste termijn voor het eerst schriftelijk behandeld. Deze staat hieronder afgedrukt. De tweede termijn volgt mondeling op dinsdag 29 mei 2001, om 19.30 uur in de raadszaal op het Stadhuis aan de Grote Markt in Breda.

In het voorjaar wordt in een bijzondere raadsvergadering de Kadernota besproken. Hierin worden de beleidsplannen voor het komende jaar uitgestippeld. In de eerste termijn stellen de fracties hun mening over die Kadernota aan de orde. Na beantwoording van het college volgt een reactie in de tweede termijn. Dit jaar wordt de eerste termijn voor het eerst schriftelijk behandeld. Deze staat hieronder afgedrukt. De tweede termijn volgt mondeling op dinsdag 29 mei 2001, om 19.30 uur in de raadszaal op het Stadhuis aan de Grote Markt in Breda.

In het voorjaar wordt in een bijzondere raadsvergadering de Kadernota besproken. Hierin worden de beleidsplannen voor het komende jaar uitgestippeld. In de eerste termijn stellen de fracties hun mening over die Kadernota aan de orde. Na beantwoording van het college volgt een reactie in de tweede termijn. Dit jaar wordt de eerste termijn voor het eerst schriftelijk behandeld. Deze staat hieronder afgedrukt. De tweede termijn volgt mondeling op dinsdag 29 mei 2001, om 19.30 uur in de raadszaal op het Stadhuis aan de Grote Markt in Breda.

De GroenLinks fractie heeft geen moment de schijn willen wekken ingenomen te zijn met het college, dat in april 1999 aantrad. Er is sprake van een college dat niet kan worden betrapt op een heldere, doordachte en integrale visie op de lange termijn. Dat kan ook niet anders in deze samenstelling; het CDA dat nog steeds verheugd is dat de welverdiende verkiezingsnederlaag in Breda aan haar voorbij is gegaan; de PvdA die kost wat kost een wethouder wil leveren; beleid is maar bijzaak; D66 dat in deze korte periode nog net haar laatste stukje genadebrood mag verorberen; en tenslotte de VVD die na de klinkende verkiezingsoverwinning onvoldoende personele kwaliteit bleek te hebben.

Bij het aantreden van dit college dachten wij al in goed Bredaos 'dè Werd Nix'.

Inmiddels kan de balans worden opgemaakt. Immers, de thans voorliggende Kadernota 2002 is een voortzetting van beleid waarvan GroenLinks vindt dat het op de helling moet. Het feit dat het beleid vanaf april 2002 moet worden uitgevoerd door een geheel nieuwe ploeg, leidt tot de conclusie dat de fundamenten van een Kadernota -niet deze- inzet van de verkiezingen moeten zijn.

Bestuurlijk worden we vanaf maart 2002 geconfronteerd met een nieuwe gemeentewet, die naar verwachting een verregaande mate van dualisering van de lokale politiek betekent. In de vergadering van de commissie AZ van 17 mei j.l. gaven CDA, VVD en PvdA er al blijk van dat de cultuuromslag, zoals Elzinga die voorstaat, aan hen niet besteed is. De 'jonge Elzinga', die de dualisering op termijn zet, sprak hen meer aan. Strikt genomen kan de GroenLinksfractie deze reactie nog wel volgen. Gedualiseerde verhoudingen zijn ook in de huidige monistische structuur mogelijk. De brede basis waarop het huidige college steunt geeft ruimte voor een kritische opstelling, óók van de coalitiepartijen. De wil om dat te doen is echter niet aanwezig. GroenLinks verwijt de collegepartijen dat zij de verrichtingen van het college slaafs volgen. U dient zich echter te realiseren dat er ná maart 2002 geen college meer is dat maandelijks verplicht naar de raadsvergadering komt en, evenzo plichtmatig, naar uw applaus komt luisteren.

De zorgvuldigheid in de besluitvorming laat veel te wensen over..GroenLinks zal niet nalaten om te klagen over raadsvoorstellen die 2 dagen voor de vergadering ter advisering aan de commissies worden voorgelegd. Die werkwijze geeft blijk van minachting die alleen maar stand kan houden zolang de collegepartijen bereid zijn om het college slaafs te volgen. Dat het uitsluitend zou gaan om onbetekenende raadsvoorstellen werd keihard gelogenstraft bij het voorstel over het leerlingenvervoer.

Ons appèl aan de burgemeester om persoonlijk in te grijpen was aan dovemansoren gericht. De burgemeester geeft er aldus blijk van weinig oog te hebben voor de kwaliteit van het besluitvormingsproces. Die desinteresse van de burgemeester was ons al eerder gebleken toen wij in de commissie AZ van gedachten wilden wisselen over de camerabewaking langs de Oosterhoutseweg.

Het volkomen gebrek aan integraliteit komt vooral tot uitdrukking in het ruimtelijk beleid. Er is sprake van een ambitieuze wethouder die volkomen in haar eentje de ruimtelijke ontwikkeling van de stad bestiert. Het ambitieniveau kan het beste worden uitgedrukt in 'groei, groei en nog eens groei'. De vraag of er wellicht grenzen aan deze -schijnbaar autonome- ontwikkelingen gesteld moeten worden is kennelijk niet aan de orde. Het ruimtelijk beleid van dit college laat zich niet beïnvloeden door inspraak of formele besluitvorming binnen de raad. Discussie over de ontwikkelingen heeft plaats tijdens informatiebijeenkomsten -ook op raadsniveau- die elke pretentie van beleidsbeïnvloeding missen.

Bij herhaling hebben wij gevraagd of de ontwikkeling van 5000 parkeerplaatsen in het stationsgebied uit het oogpunt van leefbaarheid, milieu, verkeer en vervoer etc. wenselijk is. Voor een ontkennend antwoord hoef je maar naar Utrecht te gaan, waar ook een enorme parkeercapaciteit onder Hoog Catharijne is gesitueerd.

De vraag of de stationsomgeving een Manhattan-achtig aanzien moet krijgen, of juist niet, zou bij wijze van randvoorwaarde aan het college moeten worden meegegeven. Dat gebeurt echter niet.

In geval van hoogbouw, waar GroenLinks niet op tegen is, zou uit het oogpunt van leefbaarheid en sociale veiligheid gedacht moeten worden aan wonen op de begane grond, en zakelijke functies vanaf de 2e verdieping. Om die keuze te maken moet er sprake zijn van een integrale beleidsontwikkeling, waarbij de raad betrokken wordt bij het formuleren van randvoorwaarden.

Bij de presentatie van de meest recente havenplannen bleek dat de 'knip' tegen het doorgaande noord-zuidverkeer niet wordt gezet. Dat zou namelijk slecht zijn voor de middenstand in de binnenstad. Of dat zo is, en zo ja of dat moet leiden tot het afzien van de knip is echter nooit onderwerp van discussie in de raad geweest. Interessant in dit verband is bijvoorbeeld dat MAB/V&D voorstander van een knip is!

Naast het ontbreken van integraliteit lukt het dit college nauwelijks om terug te komen op eerdere besluitvorming. Voorbeeld daarvan is de overkluizing van de zuidelijke rondweg, waardoor tientallen omwonenden letterlijk en figuurlijk in de schaduw worden gezet. Goed voorbeeld is ook de aanleg van de Westtangent, waardoor dagelijks enorm veel verkeer door de 'duurzame' wijk Westerpark raast.

Westerpark is sowieso een goed voorbeeld als het gaat om het ontbreken van integraal beleid. Inmiddels blijkt namelijk dat er totaal niet is nagedacht over het gelijktijdig ontwikkelen van voorzieningen in dit nieuwe stadsdeel. In dat licht moet het standpunt van het college over de wenselijkheid van de ontwikkeling van een community-centre als arrogant worden gekwalificeerd. Sommige voorzieningen zijn inmiddels naar elders uitgeweken, en dus niet meer nodig, zo is de gedachtegang van het college. Wij menen dat hier sprake is van een waardevol initiatief, waarvan de wenselijkheid, de invulling en de haalbaarheid onderwerp moet zij van nader raadsbreed overleg.

Wij sluiten niet uit dat de ontwikkeling van een community-centre in de wijk Westerpark uitstekend samen kan gaan met een nieuw te ontwikkelen sportcentrum in Breda. Graag uw mening daarover.

Volkshuisvesting is in het beleid van dit college langzaam maar zeker aan het uitsterven. Het college lijkt het standpunt toegedaan dat dit terrein volledig aan de markt kan worden overgelaten. De keuze valt daarbij op middelduur en duur bouwen. Die keuze laat zich alleen maar verklaren door uw keuze in de stadsvisie 'toename van het aantal huishoudens met midden en hogere inkomens'. Dat de wachtlijst voor betaalbare woningen zowel in omvang als in wachttijd toeneemt (BN/DeStem) is het directe gevolg van deze keuze. De toezegging, dat de keuze voor dure bouw cijfermatig met een marktonderzoek zal worden gestaafd, blijkt al jaren een loze belofte.

De constatering in de Stadsvisie, dat in Breda de kloof tussen arm en rijk groter is/wordt dan elders neemt u voor lief.

Op het gebied van armoedebeleid heeft GroenLinks laatstelijk complimenten gemaakt aan het adres van het college. Daarmee is echter niet alles gezegd. Onlangs presenteerde de commissie Albeda zijn rapport 'Sociaal-economische gezondheidsverschillen verkleinen'. De conclusies in het rapport komen akelig overeen met de bevindingen van onze lokale GGD over de gezondheidstoestand van kinderen van minima. De commissie bepleit een pakket van flankerende maatregelen, waaronder gedragsbeïnvloeding en verbetering van het voorzieningenniveau in achterstandswijken. GroenLinks bepleit om een onderzoek in te stellen naar het voorzieningenniveau in de daarvoor in aanmerking komende buurten en wijken. Insteek zou daarbij moeten zijn of hier verbeteringen mogelijk zijn.

Ten aanzien van het uitstroombeleid kunnen wij begrip opbrengen de gedachte van de wethouder dat je de langdurig werklozen niet moet laten vallen.Tegelijk constateren we dat de daadwerkelijke uitstroom in de categorieën 4 en 0 nagenoeg nihil is. Daarom dringt de vraag zich op naar de spankracht van diegenen die deze permanente drang naar uitstroom moeten ondergaan. Tegenover stimuleren en activeren staat het risico dat de betrokkene bevestigd wordt in het 'mislukt zijn'. De medewerkers van de dienst dienen daar uiterst zorgvuldig mee om te gaan, en de kritische grens niet te overschrijden.

De maatschappelijke opvang en de dak-en thuislozenzorg mogen zich verheugen in extra middelen. Breda is op dat gebied de afgelopen jaren te laks geweest. Dat verwijt horen wij ook in de regio. In dat verband is van belang dat Breda centrumgemeente is, en in die hoedanigheid primair verantwoordelijk voor deze opvang in de regio. Wij dringen er op aan dat de ontwikkeling van visie en beleid in samenspraak met het veld voortvarend wordt aangepakt. De eigen verantwoordelijkheid als centrumgemeente dient ruimhartig en met voldoende middelen opgepakt te worden. De komst van het Leger des Heils naar Breda is daarbij een welkome aanvulling, maar zeker géén alternatief voor onze eigen verantwoordelijkheid.

Bijzondere aandacht vragen wij voor asielzoekers die krachtens rijksbeleid legaal in Nederland verblijven, maar desondanks als gevolg van datzelfde rijksbeleid verstoken blijven van de meest elementaire voorzieningen. Hier past een tweesporenbeleid: enerzijds druk op het rijk om deze verantwoordelijkheid in te vullen, anderzijds humaan eerste opvang regelen voor diegenen die de dupe dreigen te worden van deze Haagse hardvochtigheid.

In aansluiting op onze opmerkingen over het armoedebeleid zijn wij van mening dat het onderwijsachterstandsbeleid extra impulsen nodig heeft. GroenLinks is van mening dat er extra middelen nodig zijn voor het verder ontwikkelen van een visie op dit terrein, maar ook voor een afgestemd actieprogramma. De ernst van de problematiek werd enkele maanden geleden raadsbreed erkend. Laten we er met z n allen dan de schouders onder zetten. De problematiek heeft in den lande nog geen eenduidige adequate reactie opgeleverd. Het adagium is wat ons betreft dan ook 'nek uitsteken en er voor gaan'!

Het college kiest voor extra investeringen in de onderwijshuisvesting. Wij zijn daar niet op tegen. Wij zijn van mening dat de middelen efficiënt ingezet dienen te worden. Naar de mening van GroenLinks is er winst te halen uit ontzuiling en grotere samenwerking. Het college dient daarop initiatieven te nemen.

Milieubeleid is het stiefkind van het huidige college; Nix Werd dus

Keer op keer blijken de doeleinden van milieubeleid opgeofferd te worden aan het ruimtelijk- en verkeersbeleid. Het milieu staat onder de permanente druk van de expansiedrift van de wethouder RO. Keer op keer blijkt dat meetbare beleidsdoeleinden niet worden gehaald. Het antwoord van dit college is om dan maar niet-meetbare doelen te formuleren. De onlangs georganiseerde milieuestafette, met een groot 'roept-u-maar-gehalte' maakt de kermis compleet. Over CO2-uitstoot, afvalpreventie of andere jaren-60-prietpraat maakt u zich niet druk meer!

De sector cultuur krijgt structureel extra middelen. Wij juichen dat toe. Desondanks blijft een forse taakstelling staan. De voorlopige invulling van de taakstelling gaat ten koste van de budgetten voor activiteiten Waar het de minima betreft kan de Bredapas uitkomst bieden. De klappen vallen echter bij die groep cultuurgebruikers/beoefenaren die net boven het minimuminkomen uitstijgt. In dit licht is een investering van 30miljoen gulden voor een grafisch museum, met een kapitaalslast van 3miljoen jaarlijks, niet te verkopen. Cultuur is meer dan investeren in grootschalige gebouwen.

Wat GroenLinks betreft moet het activiteitenbudget voor cultuur omhoog. De investering in een grafisch museum kan achterwege blijven, omdat onvoldoende is aangetoond dat hiermee in een Bredase behoefte wordt voorzien. De opvatting dat het hier 'ander geld' betreft is niet de onze: er is maar één soort geld en dat kun je maar één keer uitgeven.

Het cultuurbeleid van dit college lijdt aan een soort bloedarmoede. Het verstijft en verstart, en vooral: het fixeert. Van het totale cultuurbudget gaat het overgrote deel naar gebouwen en overhead/formatie. Deze Kadernota maakt wederom de keuze voor extra formatie in plaats van extra budget voor activiteiten.

De extra middelen die het college inzet voor cultuur en evenementen missen onderbouwing. Bij GroenLinks bestaat de indruk dat het hier vooral gaat om die zaken die het imago van de stad en het stadsbestuur versterken.

De inzet van fl. 300.000,00 als werkbudget voor de werkgroep Stad met Karakter (Breda 750) naast de al gevoteerde 2 mln is ons niet duidelijk. Wel duidelijk maar niet akkoord is een bijdrage van f. 150.000,-- voor het decor van de Taptoe, tenzij u daar de voorwaarde aan verbindt dat de Taptoe meedenkt over een andere locatie.

De steun van f. 80.000,-- voor de BVC beschouwen wij als een verkapte subsidie voor de hoge huur van het Chassétheater. Die bijdrage is in strijd met de uitgangspunten die in de commissie ECG van januari 2001 ten aanzien van de BVC zijn uitgesproken. Waarom de VVV f. 100.000 nodig heeft voor citymarketing ontgaat ons. Deze structurele ophoging van het budget heeft niet onze goedkeuring.

Daar staat tegenover dat De Stilte en Theater op Locatie slechts op de tijdelijke steun van dit college mogen rekenen. Festival De Eigewijze -toch zeer succesvol- mag wachten tot ooit een nieuw college aan treedt: 'nooit van gehoord' aldus het ambtelijk commentaar!

Samenvattend stellen wij vast dat deze beleidsvoorstellen niet onze beleidsvoorstellen zijn. Een aantal ervan kunnen wij best accepteren, of juichen wij zelfs toe. Andere daarentegen zijn ons een doorn in het oog. Een afgewogen en integrale visie ontbreekt onder het vigerend beleid, en komt evenmin tot uitdrukking in de voorstellen voor 2002 en verder. Hier en daar wordt er wat uitgedeeld. Op andere plaatsen wordt er beknibbeld.

In de totale afweging oogst deze Kadernota een dikke onvoldoende. Of op z n Bredaos; Nix Werd.

GroenLinks, 22 mei 2002

Wim Schröder is fractievoorzitter van GroenLinks in de Bredase gemeenteraad.

Lees via deze link de kadernota 2002