Op 26 juni 1999 voltrok zich het zoveelste bedrijf in het drama dat Para heet. Zij het dat er voortgang werd geboekt en de champagnekurken knalden in de raadszaal. Dat lijkt tegenstrijdig, maar dat is het niet, zegt Raadslid Ben de Roos.
Op 26 juni 1999 voltrok zich het zoveelste bedrijf in het drama dat Para heet. Zij het dat er voortgang werd geboekt en de champagnekurken knalden in de raadszaal. Dat lijkt tegenstrijdig, maar dat is het niet, zegt Raadslid Ben de Roos.
Op 26 juni 1999 voltrok zich het zoveelste bedrijf in het drama dat Para heet. Zij het dat er voortgang werd geboekt en de champagnekurken knalden in de raadszaal. Dat lijkt tegenstrijdig, maar dat is het niet!
Zoals bekend is Para al jaren bezig met het verkrijgen van een betere ruimte voor de popmuziek in Breda: een volwaardig pop-podium, met daarbij oefenruimtes.
Het gebouw van Para aan het Van Coothplein voldeed al lang niet meer aan de eisen. Dit werd ook door het gemeentebestuur erkend: al in 1993 werd een budget van 3,3 miljoen uitgetrokken voor een beter pop-podium, na verbouwing te realiseren. Er was in die tijd wel een program van eisen, waar zo een podium aan moest voldoen, maar dat was min of meer een slag in de lucht, omdat nog helemaal niet duidelijk was of Para zou moeten verhuizen, en zo ja waarheen.
Gekozen werd voor huisvesting elders; diverse lokaties werden onderzocht. Inmiddels was het Chassé-terrein door de gemeente Breda verworven voor een grootschalig nieuwbouw- project. Enkele oude gebouwen op dit terrein kwamen in beeld als mogelijke plek voor Para. De voorkeur van Para viel op de Van Weerden Poelman-kantine. Uiteindelijk koos de gemeenteraad in november 1995 voor de voormalige officiersmess, gelegen op de hoek Keizerstraat-Vierwindenstraat.
Een ambitieus architect, Van Egeraat, kreeg de opdracht om dit gebouw geschikt te maken als poppodium. In oktober 1996 kwam hij met een fraai plan: er zou een ovaalvormige nieuwe aanbouw komen tegen het oude gebouw aan. Het gebouw voorzag verder in oefenruimtes in het keldergedeelte. Dit organische ontwerp oogstte veel waardering en werd gezien als aanwinst voor het Chassé-terrein, dat verder een nogal monotone invulling zou krijgen.
Het huidige ontwerp voor MeZZ, het toekomstige poppodium voor Breda
Eindelijk schot in de kwestie Para, zou men denken. Mooi niet dus: het werd al gauw duidelijk dat de oorspronkelijk begrote 3,3, miljoen aan bouwkosten wellicht genoeg zou zijn geweest voor een verbouwing, maar niet voor een (zo goed als) nieuwbouwplan, zoals bij de voormalige officiersmess.
Het definitief ontwerp zou eigenlijk in december 1996 in de gemeenteraad komen, maar dat werd juni 1997. De bouwkosten bleken 4,5 miljoen te moeten worden, de totale stichtingskosten 7,5 miljoen (inclusief kosten grondverwerving, bouwrijp maken van de grond, et cetera). De wenkbrauwen gingen al omhoog, maar na de verzekering van wethouder Gielen dat het project geen cent meer zou kosten ging de raad op 26 juni 1997 akkoord.
De vervolgplanning was: vlotte aanbesteding ; start bouw eind 1997; oplevering september 1998. Ook daar kwam niets van terecht. Pas in augustus 1998 werd het project vrijgegeven voor aanbesteding. Voorjaar 1998 had een bouwkundig adviesbureau aangegeven dat het budget voor dit ontwerp toch wel aan de krappe kant was. In januari 1999 bleek dat de ingeschreven aannemers absoluut niets konden bieden binnen het budget van 4,5 miljoen: de laagste inschrijving beliep ruim tien miljoen gulden!
Dit leidde, terecht natuurlijk, tot verontruste reacties: had de architect zijn werk zo slecht gedaan dat hij geen realistische inschatting van de bouwkosten had gemaakt? Normaal gesproken is een marge van 10% nog redelijk en aanvaardbaar, maar hier ging het om meer dan 100%!
In februari 1999 bleek met de aannemer al gauw een bezuiniging van 3 miljoen te realiseren (dus terug naar 7,2 mln). Dat dit zo snel lukte lijkt de architect in het gelijk te stellen die immers tot zijn verdediging had aangevoerd dat zijn ontwerp verkeerd was geïnterpreteerd. Vervolgens werd besloten om verder te bezuinigen op het bestaande ontwerp, en daarnaast om met een alternatief ontwerp te komen, van de hand van dezelfde architect, dat zeker binnen de 4,5 mln bouwkosten zou vallen.
Het resultaat van al dat werk kwam in juni 1999 in de gemeenteraad. Het bezuinigde definitief ontwerp zou altijd nog 5,7 mln bouwkosten vergen en 9,2 mln stichtingskosten. Een simpel alternatief ontwerp (door enkelen "een misselijk makend cola-kratje" genoemd) zou goedkoper zijn, maar waarschijnlijk toch duurder dan de gewenste 4,5 miljoen.
In die tijd probeerde BN/DeStem alles nog eens op een rijtje te zetten en concludeerde dat de bouwkosten in enkele jaren tijd van 3,3 mln naar 9,8 mln gulden waren gestegen. Dat was een volstrekt onjuiste weergave van de feiten: het vertrekpunt was immers de (min of meer realistische) raming van de bouwkosten in 1997 van 4,5 miljoen (stichtingskosten 5,7 mln); het eindpunt was 5,7 mln (stichtingskosten 9,2 mln). Het bedrag van 3,3 mln was het in 1993 met de natte vinger vastgestelde budget.
In het geval van Para moet bedacht worden dat de bouwkosten in korte tijd sterk waren gestegen; om die reden moest voor het in 1997 geplande bedrag van 4,5 miljoen anno 1999 al 5,2 miljoen worden gelezen. In dat licht bezien was de kostenoverschrijding nog zo dramatisch niet. Niet onbelangrijk is verder dat de gemeente de voorziene exploitatiebijdrage voor het nieuwe Para langer dan twee jaar op zak kan houden: Para zou immers in 1998 al openen. Elk jaar zou 562.500 gulden worden betaald. De opening zal op zijn vroegst pas plaatsvinden eind 2000. Het inverdieneffect daarvan is - minus de huidige bijdrage van 125.000 gulden per jaar - bijna 9 ton!
Alle reden dus om de berichtgeving in BN/DeStem als misleidend en stemmingmakend te kwalificeren. Als gevolg van de onjuiste berichtgeving kwamen er veel woedende reacties van Bredanaars die de 'Para-affaire' vergeleken moet de affaire rond de bouwkosten van het Chassé-theater (van 17 naar 60 miljoen). Begrijpelijk maar onterecht.
Uiteindelijk heeft de gemeenteraad op 24 juni 1999 het groene licht gegeven voor de definitieve gunning aan de aannemer, mits binnen een bouwkostenbudget van 5,7 mln (stichtingskosten 9,2 mln).
De planning is nu: definitieve vaststelling van het krediet, tegelijk met de gunning, in de zomer van 1999; start van de bouw in het najaar van 1999, oplevering oktober 2000.
GroenLinks heeft Para in het begin van de jaren 90 op de politieke agenda gezet. Wij zijn nog steeds overtuigd van het belang van de realisering van een nieuw poppodium. Dat het meer geld gaat kosten dan oorspronkelijk begroot, ligt meer aan de geringe bereidheid van de verantwoordelijke wethouder om zich van meet af aan sterk te maken voor een volwaardig poppodium, met de middelen die daarvoor nodig zijn, dan aan de architect. De gemeente heeft, zeker als je kijkt naar het aanvankelijke budget van 3,3 mln, steeds voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten.
Het logo van de 'nieuwe PARA': MeZZ
Zoals uit dit verhaal blijkt is tijdsplanning een hachelijk iets in de Para-kwestie. GroenLinks zal er op toezien dat MeZZ, zoals het nieuwe poppodium zal gaan heten, daadwerkelijk eind 2000 van start kan gaan.