In 2007 werd de Kandernota voorafgegaan door een pré-kadernotadebat. Hierin konden de raadsfracties aangeven wat zij de belangrijkste prioriteiten vonden voor de uiteindelijke Kadernota. Hieronder de bijdrage van GroenLinks-fractievoorzitter Selçuk Akinci.

Voorzitter, de bespreking van de kadernota is in Breda tot nu eigenlijk altijd een soort postzegelbespreking geweest, waarbij hier en daar nog een klein bedragje kon worden binnengehaald voor een bepaalde buurt of wijk. Zo’n jaarlijkse dans, waarbij na een urenlange vergadering duidelijk werd welke stoeptegel het komende jaar weer recht gelegd zou worden. Dit is nu een wat andere vergadering.

Over stoeptegels gesproken: de wensen die de dorps- en wijkraden neerleggen, betreffen toch vaak het fysieke onderhoud van de stad. Dat wil niet zeggen dat dat niet belangrijk is. Ik ben blij dat een aantal andere fracties ook gezegd heeft om maar eens met een planning, een prioriteitenlijst te komen en eens te laten zien hoe het onderhoudsprogramma eruitziet, zodat we op basis daarvan een discussie kunnen aangaan, en niet telkens weer bij de kadernotabespreking voor een soort fait accompli worden gesteld, zo van: 62 punten, en kies daar maar uit. Dan is je vrije ruimte op en ga je weer door naar het volgende jaar. Dus in die zin deel ik de opmerking van de heer Arbouw, die zegt dat we eens moeten kijken in hoeverre dat gewoon in je normale planning ook op te nemen is.

De kadernotavergadering is deze keer nog wat anders, want we hebben nu een pre-kadernotavergadering. Dat vraagt volgens mij, en mevrouw Vossenaar deed dat net al een beetje, om een wat meer thematische benadering, waarbij het college van ons, van de raad, onderwerpen meekrijgt die nadere uitwerking vragen in de uiteindelijke kadernota. We kunnen in deze vergadering de accenten vaststellen voor het beleid in het komende jaar 2008. Verwacht dus van mij geen verhaal op de vierkante millimeter, want daar is volgens mij deze vergadering niet voor bedoeld, alhoewel ik het dan toch niet kan laten om de problemen rondom het dierenasiel wel even te noemen, waarbij ik opnieuw de opmerking van de heer Arbouw deel. Het is een wettelijke verplichting, dus kijk in eerste instantie eens welke ruimte er binnen de reguliere begroting is en kijk niet meteen naar de minieme vrije ruimte die er voor de raad is.

De financiële situatie. Of die nou rooskleurig is of niet en of er nou wel of niet veel extra geld te verdelen is, we kunnen volgens mij met zijn allen constateren dat we, voor zover er extra middelen zijn, het afgelopen jaar ook allemaal geconfronteerd zijn met een aantal knelpunten waar we ons ook terdege van bewust zijn als het gaat om bijvoorbeeld de Economische Impulsnota, wat je wilt met Stadsbeheer en het onderhoud van de stad, en de risicoreserve waar nog een hele opgave ligt. Dus in die zin is de ruimte die misschien tijdens de begrotingsbehandeling nog heel ruim leek, of in ieder geval door sommige mensen zo gepresenteerd wordt, een stuk kleiner dan die toen leek.

Wat betreft die accenten, want daar gaat het bij de pre-kadernotabehandeling wat ons betreft om, zou ik willen beginnen met de klimaatverandering die internationaal eindelijk weer eens hoog op de agenda staat. Dat gevoel van urgentie wordt gevoed door alarmerende rapporten van de Verenigde Naties, waarin geconcludeerd wordt dat het niet zozeer de vraag is óf het klimaat verandert maar hoe ernstig die veranderingen zullen zijn, en ook dat die klimaatverandering aan de mens is toe te schrijven. Ook dat wordt door wetenschappers niet langer in twijfel getrokken. De gevolgen van die klimaatcrisis, laten we dat woord maar eens een keer gebruiken, zijn niet eenzijdig af te wentelen op de landelijke overheid of op de internationale gemeenschap. Ook op gemeentelijk niveau moet een krachtige extra inspanning geleverd worden om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Door energiezuinig te bouwen, door nieuwe wijken zo in te richten dat ze qua energieverbruik nagenoeg zelfvoorzienend zijn.

Er is in Breda een streven om te komen tot een energieneutrale of klimaatneutrale stad. Als we dat doel ook daadwerkelijk willen halen, dan is het noodzakelijk om daar een helder beleid op te voeren en hier ook voldoende middelen voor beschikbaar te stellen. Qua luchtkwaliteit maar ook als het gaat om de kwaliteit van bodem- en oppervlaktewater wordt Breda geconfronteerd met nieuwe strengere Europese normen. Willen we aan onze verplichtingen voldoen, en ook dat zijn wettelijke verplichtingen, dan zal daar wat extra geld voor  beschikbaar gesteld moeten worden als het gaat om het formuleren van nieuw beleid en een plan van aanpak. Een extra voordeel van het op die manier te werk gaan, is dat je ook een beroep kunt doen op andere fondsen dan alleen maar de fondsen die je als gemeente binnen je eigen budgetten tot je beschikking hebt. Met een beperkte investering van gemeentelijke gelden kan ook geld met geld gemaakt worden door een beroep te doen op provinciale, landelijke of zelfs Europese fondsen.

Wat GroenLinks betreft, wordt het thema van duurzaamheid, naast de bestaande thema’s die in het programakkoord staan, leidend in de kadernota 2008. Daarbij gaat het om meer dan alleen maar het tevoorschijn toveren van geld. Het gaat evenzeer om een toekomstgerichte visie waarin je ook gaat nadenken over wat die klimaatverandering nou betekent voor de wijze waarop we in de toekomst de zaken in de stad moeten aanpakken. Dat geldt ook voor alle beleidsvelden, dus dat gaat verder dan alleen maar de portefeuille milieu.

Ik ga door naar het volgende onderwerp, het tweede accent. Dit college heeft zich een jaar geleden duidelijk uitgesproken voor een sociale en solidaire stad, bijvoorbeeld door weer terug te vallen op eenderde sociale woningbouw, maar ook in de voortzetting van het armoedebeleid, waarvan zelfs de SP-fractie altijd heeft gezegd: het kan de toets der kritiek doorstaan. Zonder daar iets aan af te doen, weten we dat er desondanks nog steeds groepen zijn die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat vraagt vooral om creativiteit van het college. De heer Haarhuis deed net al een poging daartoe door te zeggen: is het nou niet mogelijk om het armoedebeleid op te rekken en de armoedevalproblematiek, waarvan we al jaren op de hoogte zijn, aan te pakken en het daarmee makkelijker te maken voor mensen om juist weer aan de slag te gaan, om die incentive wat groter te maken. Ik ben heel benieuwd naar de resultaten daarvan en steun het verzoek van de heer Haarhuis van harte.

Ook op mondiaal vlak heeft deze coalitie verregaande ambities getoond. Allereerst door met elkaar af te spreken dat de middelen in deze periode konden worden opgehoogd tot 1 euro per inwoner, en afgelopen maand toen de commissie Bestuur die ambitie nog eens heeft herhaald en gezegd heeft dat Breda werk moet gaan maken van die mondiale samenwerking. Nu er een beroep gedaan gaat worden op deze extra middelen is het van belang dat in de kadernota 2008 die middelen ook gevoteerd worden.

Eén opmerking wil ik nog maken over het cultuurbeleid in de stad. De stedelijke discussie staat in de startblokken en GroenLinks is benieuwd naar de uitkomsten daarvan. In de culturele sector zijn de voornaamste knelpunten eindelijk opgelost, maar er blijven pijnpunten over die binnen de huidige geldstromen moeilijk zijn op te lossen. Dat geldt met name ook op het gebied van de jeugd- en jongerencultuur. Wat ons betreft, is hier nog wat extra geld bij nodig. Daarbij willen we nadrukkelijk nog even noemen danstheater De Stilte. Dat zij kwaliteit leveren, staat buiten kijf en dat er een zware wissel wordt getrokken op de eigenlijk te beperkte groep medewerkers, dat is ons ook allemaal bekend. In het zojuist verschenen – ja, werkelijk, de inkt is nog niet droog – rapport van de Raad voor Cultuur wordt ook onderkend dat er voor de dansgezelschappen structureel te weinig geld vanuit het Rijk is geweest. De Raad voor Cultuur pleit dan ook voor extra middelen voor de jeugddans. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ons, de politiek, van u, het stadsbestuur, en van de medewerkers van De Stilte om er zorg voor te dragen dat De Stilte kan meedelen in de ruif en dat hoe dan ook, en hoe groot die ruif uiteindelijk dan ook moge zijn, de professionalisering van danstheater De Stilte niet tot stilstand komt door gebrekkige financiële middelen.