GroenLinks wil weten uit welk potje het college de kosten voor agrarisch landschapsbeheer wil betalen. Deze zomer heeft het college nieuwe contracten voor landschapsbeheer afgesloten. De gemeenteraad heeft zich echter niet kunnen uitspreken over de prioriteiten voor investeringen in Groen. GroenLinks-Raadslid Sietzke Schokker vreest nu dat andere, belangrijkere groen-projecten nu in de knel komen en stelde er vragen over.

Naar aanleiding van de evaluatie van de Structuurvisie Groen en Rood en het collegebesluit voor de uitbreiding van het agrarisch landschapsbeheer is dit onderwerp op initiatief van GroenLinks besproken in de commissievergadering op 18 mei 2010.

Landgoederenzone
Aangezien het toekennen van een bijdrage voor Agrarisch landschapsbeheer gekoppeld was aan de inmiddels afgeketste verkoop van de Landgoederenzone Haagse Beemden was de meerderheid van de commissie bij monde van de fracties D66, PvdA, VVD, GroenLinks en SP van mening dat er toen geen geld naar Agrarisch landschapsbeheer moest gaan.

Andere prioriteiten
Gezien de beperkte middelen die er te verwachten waren om het groenfonds te gaan vullen, heeft de commissie tijdens deze bespreking aangegeven zelf de prioriteiten te willen stellen voor de besteding van het fonds. In de veronderstelling dat de herziening van deze structuurvisie kort daarna zou plaatsvinden, is in mei 2011 het reglement voor het Groenfonds door de gemeenteraad vastgesteld. Nadien heeft het college besloten deze herziening niet meer vast te gaan stellen en direct onderdeel te laten uitmaken van de nieuwe structuurvisie Breda 2030.

Nieuw gebiedscontract
Nu het tegen het einde van 2012 loopt, moet er geconstateerd worden dat er niet meer over prioriteiten is gesproken en dat voor het grootste deel van deze coalitieperiode geen actueel uitvoeringsprogramma kwaliteitsverbetering buitengebied voorhanden is geweest. Uit een collegebesluit van 14 juni 2012 blijkt dat er desondanks een nieuw gebiedscontract afgesloten is voor Agrarisch landschapsbeheer dat op 1 juli 2012 is ingegaan en zal doorlopen tot en met 30 juni 2016. Uit de deelname volgt dat Breda een verplichting van 80.000 euro is aangegaan.